![]() |
|||||||
Navigatie de voorplecht Dankbaar ![]() Uitgelogd
Huishoudelijk
5 oktober 2005 |
Woensdag, 18 Oktober 2006
Horrelvoet stond in het grind langs het spoor. Er kwam een trein voorbij en hij voelde de warme wind aan hem zuigen als de gulzige mond van een reusachtige worm. Samen met het krassende gekrijs van de metalen wielen over de rails, deed het hem door zijn knieën zakken en zichzelf omarmen. Hij huilde naar de voortrazende trein als een gewond dier. En toen de trein weer weg was, zat hij daar nog, zachtjes voor zich uit te murmelen en langzaam en ritmisch heen en weer te bewegen als een melaatse voor een altaar. Smekend om vergeving voor wat hij ging doen, biddend tot een God die hem toch al nooit had zien staan. Dat was Horrelvoet. De jongen-man die eigenlijk David heette, maar door iedereen om een voor de hand liggende reden Horrelvoet werd genoemd. Zijn voet; hij liep niet, kon niet lopen, hij waggelde, schommelde door de straten als een idioot, een of andere freak. Zijn gezicht was gelijkmatig en bleek. Zijn haar donkerbruin, bijna zwart, en zijn ogen een soort helder lichtblauw, als vlammen in het zonlicht. Als hij zat, keken vrouwen naar hem. Als hij liep, liepen medelijden en spot samen met hem op en voelde hij zijn rug krommen van ellende. Onwelkome gasten. Tuba stond op het perron. Hij zoog de lucht vol van een suikerige snoepgoedgeur naar binnen. Hij rochelde als een verstopt doucheputje en keek naar zijn reflectie in de snoepautomaat. Op de plaats van zijn mond en neus gaapte een bijna rond gat. Het gat bevatte hier en daar wat tanden en roze slijmerige tandvleesachtige uitstulpingen die naar de randen toe de kleur van oude lever hadden. Er groeide een holle bloem in zijn gezicht. Maar, omdat als hij sprak, of anderszins geluid maakte, het op getoeter leek, noemde men hem de Tuba of gewoonweg Tuba. Een hazenlip, maar dan heel erg, had de dokter gezegd. Zijn moeder had haar hoofd geschud en een winti-bezwering gemompeld. Hoe moest je zo’n kind de borst geven? Vanaf drie maanden woonde Tuba, die eigenlijk ook David heette, in een tehuis. De mensen op het perron gaapten hem even aan en keken dan weer snel weg. Hij was het wel gewend, maar het wende nooit... De trein kwam eraan en stopte hard zuchtend aan de rand van het perron. Tuba wachtte tot iedereen was uitgestapt en liep langs de raampjes tot hij een bijna lege wagon zag. Daar stapte hij in, ging op een bankje zitten, pakte een krantje en sloeg het open voor zijn gezicht. Horrelvoet liep hakkend langs het spoor richting het station. Over twintig minuten zou Tuba aankomen en hij wilde hem niet nodeloos laten wachten op het perron. Een perron was voor Tuba als een podium waarop hij zich tentoongesteld voelde, en Horrelvoet als zijn beste vriend wist dat en wilde het hem besparen. Op het station wachtte hij een kleine vijf minuten totdat hij de trein aan zag komen. De deuren vlogen sissend open en het perron vulde zich met mensen. En toen die golf was weggeëbd, stond Tuba daar. Onopvallend, ondanks zijn postuur en gezicht; in de loop van zijn leven was de vaardigheid om niet gezien te worden als een vanzelfsprekendheid aan hem blijven plakken, een vanzelfsprekendheid die hij nu onwillekeurig gebruikte. Horrelvoet ging naar hem toe en begroette hem. Horrelvoet zat op de bank en schonk een glas cola in voor Tuba. Deze pakte het glas en schonk de cola voorzichtig in zijn opening, waarbij zijn tong het geluid van een spetterende vis maakte. Hij slikte en zei: ‘Weet je zeker dat je ermee door wilt gaan?’ ‘Ja, ik weet het zeker. Vanavond, vanavond moet het gebeuren. Er is vanavond geen maan en ik heb alle spullen in huis.’ ‘Je gaat het dus echt doen, hè?’ Het was meer een vaststelling, iets dat hij tegen zichzelf zei, dan dat hij het echt vroeg. ‘Ja...’ zuchtte Horrelvoet niettemin, ‘ik ga het echt doen... Luister, zoals ik laatst al mailde, zal ik deze halve buis aspirine slikken en flink wat alcohol drinken. Dan voel ik er hopelijk niets of weinig van. De tourniquet gaat om mijn kuit, halverwege mijn knie en enkel. Jij moet zorgen dat ik op tijd in het ziekenhuis ben... heb je je mobieltje bij je?’ ‘Eh, ja, hier...’ ‘Mooi... we hebben nog ruim twee uur, dus laten we dan maar gaan zuipen...’ Het was donker en in het lange gras en onkruid langs de spoordijk zaten Tuba en Horrelvoet gehurkt naar het einde van het spoor te turen. ‘Hoe laat is het?’ vroeg Horrelvoet. ‘Nog tien minuten.’ ‘Ik ga op m’n buik liggen, met m’n been, dit stuk hier’ – en hij wees naar zijn been net boven zijn enkel – ‘op de rails. Jij legt die deken over me heen zodat ze me niet zien.’ Hij pauzeerde even. ‘Als alles goed gaat, heb ik over een paar weken dan een mooie nieuwe voet.’ Tuba knikte van ja en moest denken aan de keer dat hij samen met Horrelvoet een prothesewinkel had bezocht. De kunstbenen en kunstarmen hingen als hammen van het plafond. Hij had zich er zelf een beetje onbestemd gevoeld, maar Horrelvoet was enthousiast geweest en had hem de verschillen tussen de diverse systemen uitgelegd en uiteindelijk zijn beoogde voet getoond. Het was de Ferrari onder de kunstvoeten, had de verkoper gezegd en Horrelvoet had er knikkend bij staan lachen. Hij had er lang voor gespaard, en toen hij geen dokter kon vinden die bereid was om zijn voet af te zetten, had hij dit plan bedacht. En waarom niet? Iedereen had recht op een normaal leven en zeker zijn beste vriend. Dus dan maar zo. In de verte staarden twee kleine gele ogen door het donker. De trein kwam eraan. Het was tijd. Horrelvoet klauwde de dijk op en ging met zijn been op de rails liggen. Tuba stond naast hem. Voordat hij de deken over het gezicht van zijn vriend legde, keek hij hem nog één keer aan. Horrelvoet keek terug. Tuba zei niets, maar Horrelvoet wist wat hij hem vroeg en hij knikte van ja. Tuba knikte terug, fluisterde ‘Sterkte’ en legde de deken zachtjes over zijn hoofd. Hij keek op naar de trein die nog ongeveer een kilometer weg was. Toen liep hij het talud af en ging weer in het lange gras zitten. Wachten. De trein kwam en reed met een lange kreet voorbij. Tuba hoorde alleen een zacht geknars onder de deken vandaan komen. Toen de trein voorbij was, stond hij snel op en snelde de spoordijk op. Onder de deken bewoog Horrelvoet niet. Tuba lichtte de deken op en keek in het lachende gezicht van Horrelvoet. ‘Volgens mij is het gelukt!’ Tuba trok de deken nu helemaal weg en keerde zijn gezicht twijfelend richting het been van Horrelvoet. Hij schakelde zijn zaklamp in en keek. Horrelvoet zijn voet was weg en op de plaats daarvan zat een kaarsrecht afgesneden stomp waar nog een stuk wit glanzend bot en wat adertjes uitstaken. Er liep bloed uit. Veel bloed. Het vormde een donkere plas op de kiezels en liep alle kanten uit. Tuba keek naar de tourniquet, die zat op de goede plaats. ‘Die moet strakker!’ zei hij en hij probeerde niet paniekerig te klinken, terwijl hij het ding vastpakte en eraan begon te sjorren. ‘Waar is mijn voet?!’ vroeg Horrelvoet ondertussen, die nog steeds enthousiast klonk en zich niet echt bekommerde om zijn been. Tuba gaf hem zijn lamp. Horrelvoet scheen ermee in de rondte en zag de lichtbundel op de grote bruine klomp orthopedisch schoeisel vallen die even daarvoor nog zijn voet was geweest. ‘Daar! Daar ligt ie...’ Tuba zei niets, hij stond aan de tourniquet te trekken als een gek, maar het bloed gutste nog steeds uit Horrelvoet zijn been. ‘Pak ’m, pak ’m alsjeblieft, ik wil hem meenemen...’ Tuba keek bedenkelijk. ‘Je moet naar het ziekenhuis, je bloedt joh!’ ‘Oké, eh, bel 112, pak m’n voet en help me dan hiervan af.’ Tuba pakte zijn mobieltje, toetste 112 in en klemde het toestel met zijn schouder tegen zijn oor. Met zijn handen duwde hij op de stomp, het bloed liep tussen zijn vingers door en over zijn handen. Er werd onmiddellijk opgenomen en de mevrouw aan de andere kant van de lijn hoorde een soort getoeter in haar oor. Het had wat weg van zeehondengeluid. Na vier of vijf keer gevraagd te hebben of ze kon helpen, hing ze op. ‘Opgehangen...’ was Tuba’s verbaasde vaststelling. Terwijl hij de telefoon weer met één hand vastpakte en er verwonderd naar keek. ‘Wat bedoel je, opgehangen?’ ‘Gewoon, net wat ik zeg, opgehangen...’ ‘Probeer het nog ’s en pak mijn voet nou, want zo meteen vindt een kind ’m.’ ‘Ja ja, oké, maar eh, je moet je been omhooghouden of zo, want je bloedt als een rund joh...’ ‘En haal me hier dan weg, want ik krijg het koud van het liggen op de grond.’ Tuba stond vlug op, liep een paar passen en pakte de voet. Toen belde hij weer, de voet drukte hij ondertussen onder zijn vrije arm. Een andere mevrouw nam op. Ze meende gekerm, of in ieder geval iets menselijks te horen en vroeg hem aan de lijn te blijven. ‘Ze verstaan me niet, ik moet niet ophangen, dan komen ze ons zoeken... maar wacht, praat jij gewoon met ze, vertel jij waar we zijn en wat er aan de hand is, jou verstaan ze wel...’ Horrelvoet gaf geen antwoord meer en in het flauwe licht van de nacht zag Tuba dat hij zijn ogen had gesloten. Hij keek om zich heen, hij hoorde de mevrouw van 112 in de verte vragen of hij er nog was. Twee vogeltjes vlogen snel als droomlichten over de rails. De politie vond hem daar zittend langs de rails, zachtjes huilend naast zijn vriend, de voet op zijn schoot.
door L* Heel herkenbaar. Toen ik las dat de wind aan Horrelvoet zoog als de warme mond van een reusachtige worm, en nadien kennis maakte met zijn vriend Tuba die op de plaats van zijn mond een reusachtig gat heeft, dacht ik het einde al te kennen. Gelukkig was het iets minder smerig.
mooi roerend verhaal over de ware vriendschap..
Tzjéézzuz. Ach, vroeger, toen ik nog vrienden had..
Tu quoque, Spencer Brandsen.
“Modern drama over twee tot elkaar veroordeelde jeugdvrienden.” Inderdaad kapitein Nemo, ik heb berekend dat ik gemiddeld 92 Wat een tragisch verhaal, neemt u het mij niet kwalijk maar ik laat een traan.
::vangt snel het oogvocht van de baron:: Hehe.
Mooi hoor, L*! Droevig, ook.
Verdomme, dit stukje tekst kostte mij dus de gehele woensdag.
L*, vanochtend stond ik op met een weemoedig gevoel. Zwaar in de benen, nog terugdenkend aan. Grind, dat is toch met een d?
Paardendeken ook, heb ik me laten vertellen. Maar ja, dat zijn dan weer van die je weet wel verhalen he…
Nou Trudy, over paardendeken gesproken, is dat met drie of met vier knopen?
...of biggenvacht.
Paardendeken? Welke paardendeken?
Wat een geweldig verhaal, L*. Ik durfde gewoon bijna niet verder te lezen toen die trein eraan kwam. En daarna ook dat enthousiasme van Horrelvoet… Huiveringwekkend. Ik zit hier gewoon te janken achter m’n bureau. Schitterende personages ook, twee verschoppelingen die elkaar hebben gevonden. Max, das eng man…die ken ik ook, hij is klein en heeft vaak een (leren) pet op. Hij hangt rond in de Melkweg en in de buurt van de avondwinkel op de de Wittenkade. Ik weet niet. Van de verlamde verteller in Joe Speedboot? Over gehandicapten gesproken.
Overigens, ik mag toch wel aannemen dat Tuba een zwarte huidskleur heeft? In tegenstelling tot Lenny, bedoel ik dan.
Misschien zat de neger met het open gehemelte (die overigens inderdaad een leren pet op had, nu u het zegt) wel voor een heel klein stukje in die rechterduim van u. Hoe kom je er anders op om zo’n iemand een moeder te geven die winti-bezweringen mompelt? Of leek het u gewoon een fijne, dubbele straf, zo’n open gehemelte en dan ook nog een moeder die denkt dat ze een bezetene heeft gebaard?
En aan Trudy Barrelvoets wil ik nog even het volgende zeggen: u en uw man kan er misschien de grap van inzien dat uw kind de initialen S.M. moet dragen, de vraag is of de kleine Sofietje er nog om kan lachen als ze rillend van angst (en dus niet van de koude, haar iele naakte lichaampje zit immers veel te strak vastgebonden aan de gloeiendhete verwarmingsbuizen) van de ogenschijnlijk zo aardige buurman Scheringkwast, zonder dat ze hem kan zien (haar ogen zijn er zojuist uitgewipt met een lepel), op het moment dat hij haar dijen met een roodgloeiend hoefijzer bewerkt, te horen krijgt: “NOMEN EST OMEN, MEVROUW S.M., NOMEN EST OMEN. HAHAHAHA. JA GIL MAAR SOPHIETJE, GIL MAAR VAN GENOT.”
Trouwens, mevrouw Barrelvoets, wist u dat u verdomd veel op Sharon Dijkstra lijkt? Of was het nu Dijksma? Die van de PvdA, bedoel ik. Gezellig, hier.
Ha. Max. Bent u bijna uitgeraasd Max? Mijn ogen zijn te moe om het nog langer te volgen.
Inderdaad. Het lijkt wel de Dag van de Verbale Broekhoest. Gisteren op een spandoek gezien: De week van de Brandpreventie. Rechts Als het elke dag Week van de Brandpreventie is, dan is het elk uur Dag van de Begripsvervaging. Ik bedoel, zet er dan achter dat het 52 keer per jaar Week van de Brandpreventie is. Of dat het 365 dagen per jaar Dag van de Brandpreventie is, dat mag van mij ook. Maar 365 dagen per jaar Week van de Brandpreventie, dat gaat mij veel en veel te ver.
Precies. Zo zag ik ook eens een vrachtwagen van een drankenfirma Correctie: L*‘s doucheputje gorgelde niet, maar rochelde. Dat doet die van mij dus òòk al niet als hij verstopt is.
Nu ja, op zich is het natuurlijk een aardig idee van die drankenfirma dat, zodra hun vrachtwagen op de plek van het feest arriveert, het feest per definitie geslaagd is. Dat vervolgens iedereen met een droevige mombakkes rondloopt omdat de moeder van het feestvarken de dag ervoor is overleden, maar men toch aanwezig is omdat het feestvarken had gezegd ‘ons moeder had het zo gewild’ (een zin die nog vaak zou klinken tijdens het feest), hoeft daar niets aan af te doen.
Je hebt toch wel het verzameld werk van Bob den Uyl mag ik hopen?
Ik heb ze gevonden!! Tuba en Horrelvoet en ze leven in Duitsland!
Nee, dat heb ik niet. Aan m’n moeder gegeven. Ooit. Moet het node eens aanschaffen.
‘Verwaltungsfachangestelte’. Door dat ene woord wordt de holocaust ineens een stuk begrijpelijker, Kiers.
Over Übermenschen en Untermenschen gesprochen… maken ze het ons hier niet moeilijk, wat u heer Brandsen.
Kiers, leg mij eens uit hoe ik een plaatje [met of zonder ezel] kan plaatsen. Ik lijd namelijk aan computerdigiabetes.
Als je op “Textile” klikt, rechterbovenhoek van het reaguurvak, vind je alles terug Spencer. Ik kan uw ‘image’ niet zien hier, kapitein. Ik zie alleen een oranje vlakje de nachten lengen Laat maar. Snap er geen moer van.
Ingewikkeld, hoor. En wil die Marnix die ik niet ben mij niet zijn, alstublieft. Dat knaagt aan mijn identiteit.
Sorry M’rnix, ik probeerde grappig te zijn met woordjes, van die woordgrapjes die jij maakt. Maar het valt gelijk op, varkensvacht. Dat kan niet van jou zijn.
Varkensvocht, bijvoorbeeld, had ENORM goed van mij kunnen zijn. Op zich. Oh, fuck. Helemaal vergeten een nieuwe zinloze url in te typen.
Eens kijken of er nu iets verschijnt..
Nee, weer niets..
:: biedt spontaan Zweedse spijtoptant aan ::
Joekels!
Waar staat dat plaatje van u dan, lord Brandsen?
Nee dus..
Ik heb hem net maar naar uw emailadres gestuurd, want ik weet niet hoe ik hem op bicat moet krijgen. Ik weet namelijk niets van computers. Ik gebruik mijn iMacje alleen om te internetten, te emailen en af en toe een tekeningetje met photoshop te maken. Van de rest heb ik geen verstand. En als het apparaat stuk gaat, gooi ik hem weg en koop een andere.
Dank u, majoor Molovich. Hopelijk lukt het me ooit zelf..
het slijk der aarde |
Holle retoriek
"Aarsema, dan komen de tachtigerjaren puberale streeptinten van de
eerste kabeltv binnen op mijn kolkende oogbollen als de tube mayonaise
leeggeknepen in in een onderzoekende puberkringspier . Vage opgedroogde
veegklodderstrepen op de dikke zware afstandsbediening die het allang
niet meer doet. Bolle schermen versterken de aplastische rondingen.
Antennes nog met coax en zaad in een sok, geurend naar kamille gemengd
met nat speculaas.
Jong zijn is zo mooi…"
"Zit je achter het meest nieuwe en hipste technologische apparaat van deze eeuw, kom je op een stukje internet over columns schrijven. En dat is nu exact wat ik zocht! Soms zoek je iets, en kan je het niet vinden. Maar nu wel! Ik zoek iets om mijn Nederlandse woordenschat in te verwerken. En dan zoek je, en zoek je, en dan VIND je!
"Daarom is bicat een lichtje, een vuurtoren voor de verloren lopende dolenden.
"Schuimbekkend van woede las ik de met een danige onverschilligheid
geschreven colums betreffend de holocaust en Auschwitz. De flarden teksten
vol schrijffouten en loze beweringen, getuigen van weinig historisch besef
maar vooral een respectloze attitude jegens miljoenen slachtoffers. Vandaar
mijn bijdrage met het verzoek de richtlijnen als opgesteld in de bijlage te
respecteren en in acht te nemen.
"Diep geroerd, met geknepen stembanden, omvloerste oogleden, brandend maagzuur en kloppende roede (het is tenslotte 5
december) mocht ik uw fraaie stuk proza over mijn getroebleerde netvlies laten glijden...
De woorden vertalen zich moeiteloos in zielsetsende beelden.
Dank!"
"Geachte heer,
"Schitterend verwoord dat artikel over Clarence. Liep jaren met een missie, aan de voetballiefhebbers (niet de kenners) proberen uit te leggen dat Abe en Piet beter zijn dan het orakel uit betondorp. Was onbegonnen werk. Het klootjesvolk adoreert Ellen van Langen, Geesink en Rieu, en vinden mevrouw Blankers, Ruska en Roby lakatos maar niks, ze weten waarschijnlijk niet eens wie het zijn. Toen Keizer stopte heb ik jaren niet meer gekeken. Toen zag ik die Fin en een paar jaren later een Surinamer met een Nederlands paspoort (Had die Fin er ook maar een gehad). Ja en dan begint het heilige vuur weer te branden. Deze twee zijn tactisch en technisch het beste wat er op Nederlandse velden heeft rondgelopen (wat ik in mijn leven heb gezien). Keizer had niks met voetbal te maken, dat was ballet,kunst, en soms als het niet belangrijk was helemaal niks .En Abe ken ik van wat beelden, maar als je naar de verhalen over hem luistert hoef je de verteller maar in de ogen te kijken en herken je meteen de kenners uit die tijd."
"pedante snikkels, komen kut te kort. Webloggen is niet voor mietjes maar ook niet voor stoere geile binken, webloggen is namelijk een fenomeen, een spookbeeld voor blinden die zich vergapen aan de wijde wereld van het internet om zichzelf te ontmoeten, een monologue interieur te voeren en dan de echo terughoren, het internet dat een wonder is wat een dom irrationeel fenomeen is. Echt iets voor pedante snikkels en kale kutten die niet neuken maar wel in elkaars nek willen hijgen en tijd teveel hebben. Ik zou er helemaal niet aan beginnen en beroemd en rijk ben ik al, zegt het liefje. Ik heb de grootste en zij heeft de lekkerste en we verdoen de tijd liever in elkaar verstrengeld dan te vergooien op zo’n vervuilde weblogmarkt. Mot je alweer email beantwoorden enzo, in je vrije tijd, be je gek. Opzoute, stik dur maar in, Goossens, kijk maar uit dat ze niet vreemdgaan terwijl jij al die poen verdient, sneue wolf, ouwe rukker, voordat je het in de gaten hebt sta je een verschrikkelijk stinkend goedje op je scrotum te smeren terwijl je staat te huilen omdat je zo belazerd bent terwijl je het alleen maar goed bedoeld, voor ons allebei schatje, weetje, heerlijk met vakantie strax, saampjes, maar vanavond moet ik werken snappie, centjes verdienen mot pappie, kijk niet zo beteuterd, je wilt helemal niet naar de Lidl, je wilt daar nooit gezien worden zei je, nou dan. Nou tot strax dan, he ?"
"Bicat.net, dat is toch die achterlijke webstek voor rukkende, boerende en altijd bezopen kerels? Dat zielige pathetische zooitje ongeregeldheden dat uitgebraakte hersenkwak probeert te verkopen als prozadrek? Natte winden, dikke drollen, kleverige onduidelijkheden? Slurptrekkende draaigorgels, voorhuidjogging avant la lettre en berensgrote buikglijers?" (Jeremias Schubbenrug, in Nova, 4 oktober 2005) Reageerziekte
"Op een vrolijke dag toen ik aan mijn, voor al 11 jaar, allerbeste vriendin de liefde heb verklaard en binnen luttele seconden de meest euforische gevoelens door mijn ziel heen flitsten typte een verslag van school begon k te typen en dit kwam tevoorschijn op het samengeperste hoopje uitwerpselen wat ik beschouw als mijn laptop, want zoals velen het niet slecht zou doen als zij dit beseften is bezit enkel een illusie.
"Ik had het allemaal al wel eens meegemaakt en niets was mij te dol geweest: eonisme, vice anglais, flaggelatie, ja zelfs koprofagie. Ik was dan ook met graagte ingegaan op de omineus-priapische woorden en lubrieke blikken die "Ellen" tijdens ons gezamelijk consumeren eerder die avond op mij had gericht. Toen we, media nox, eenmaal in haar slaapkamer waren aangekomen, gaf zij steeds minder blijk van doorgaans aan haar toegeschreven mesquinerie. Integendeel,loodzwaar en onvermijdelijk hing het veile sneukelen in de lucht. Binnen no time was de vloer dan ook bezaaid met exuvieën en toonde zij mij haar zinnenprikkelende Junonische leest. Na intiem pidjetten en enige orogenitale schermutselingen (waarbij brod noch javelijn werd ontzien),sloegen wij serieus aan het procreëren. Cunnus en Curacaoënaar leken
welhaast voor elkaar geschapen. Hoewel haar defloratie al enige tijd terug had plaatsgevonden, pandoerden wij als nooit tevoren, daarmee verschillende tenesmen bewerkstelligend. Het is maar goed dat haar echtgenoot van deze sluikmin nooit wat heeft gemerkt..."
"Schrijf eens over vrouwen en hun plek of plaats in de allesverterende zakenoorlogen.
Want als er stereotype mannen met diep verborgen schaamtegevoelens over hun potentie problemen en erectiestoornis (taboe naturlijk) dan is dat manifest in hun 'vlucht vooruit' in de freudiaanse wapencultuur. Elke geweerloop, elke zwaardere tank is een gestileerd erectiel apparaat vol dodelijke munitie opgepomnt met miljoenen kogels in een spurt naar het doel wat als lustsymboliek een 'lilith' in een duizelige extase zou moeten brengen want zo 'is de kracht van het leger'. Stoere mannen die eerst de vrouwen opgeilen, dan met hun duwtje in de rug erop los gaan om 'de vijand te onthoofden'. Ik als watje moet altijd vreselijk lachen om die serieuze gezichten die de mannen politici en militairen bij hun gepiep, gezeur en gezeik en hun broodnodige verklaringen trekken.
"Is er iemand in de zaal die nog wil doneren aan een zielige arme homosexueuele neger met een onbeschrijflijke ziekte zwaargelovig te dom om te leren of te schijten die bovendien een oog mist en denkt dat de duivel soep in een blik stopt want hoe komt het er anders in en tegelijkertijd vreselijk gebukt gaat onder de laatste Tsunami of de vrees daarvoor want zijn geitenoog gaf vanmorgen onheil aan? Of anderszins zijn hypocriete tot op het bot zwarte geweten schoon wil kopen voor een luchtig schijntje of nóg liever zichzelf onsterfelijk wil maken over het lijk van een ander? Nee? Eénmaal? Andermaal? OK, dan ben ik ook pleite en met Marnix mee naar dat gruwelijk dure restaurant. Bovendien is het al na zessen en sta ik in de baas z'n tijd de wereld te redden en zo heb de cao dat nooit bedoeld. Howdoe en de mazzel. "
"De liefde is groots, ze breekt zonder haar gebit te gebruiken door elke granieten kop heen, verzwakt de wil en maakt elke stoere kerel tot een week omhulsel, een schaduw van zichzelf, een brabbelend luierkind, elke vent verandert van binnenuit en geweldloos door haar rijke zegeningen. Je krijgt een rijpe korstkaas als huid en een hart van vloeibaar goud. Verpletterend is ze en zij, de liefde, de warme zomerse, niet de winterharde en verbitterde tak dus, zit nog steeds vol met geheimen waar niemand de sleutel van kan vinden. Mysterieus is ze, als de ondergrondse geheimzinnige dictatuur van wereldwijde, alomvattende bekabeling waarlangs dagelijks kilometers gecodeerde data tussen de continenten flitsen. De liefde is een tectonishe plaat die schuurt en krast en gangen boort voor lavastromen van vleselijkheid en voedzame sappen die op geen enkele dieet mag ontbreken. Daarom is ze schaars.
Tot slot..we heben allemaal een gat van onderen, onthou dat. "
"Thanks!
Voor de eerlijke en ijskoude bieren vooraf om de ergste dorst te lessen na een lange en vermoeiende reis. En de Champage daarna in gelukkig niet van die zuinige hoeveelheden maar gewoon ruim bemeten pullen.
Dank ook voor de wonderschone oester die in zijn natuurlijke habitat beschermd en koel lag te wezen toegedekt met een warme dekentje bosui-liefde en een tikje Tabasco-ondeugd onder die deken.
Dank voor de kleinste en schattigste St. Jacobsoesters die ik proefde in Balsamicostroop. Eerbied voor de kort aangebrade en met ontbijtkoek gestoofde kwartel. Ik proefde een tint Orange Marmalade hoewel je zei dat het er niet in zat. Ik hou het erop dat de chefkok zijn geheimen heeft en, hoe hooggeëerd zijn publiek ook mag zijn, ál zijn details zullen ze nooit te horen krijgen.
Met liefde deed ik mijn sommeliertaken en het ‘kut-sommelier’ omdat ik de glazen niet tot de nok vulde, neem ik op de koop toe.
Onder de indruk was ik van je tzatziki met shrimp en rode grapefruit. Zoet en zuur zoals Bitter & Sweet zoals het leven zelf zoals harmonie zo mooi kan zijn.
Ook onder de indruk was ik van je zeewolf met tomatenchutney. Een rode knipoog op een licht in de boter aangezet visje zoals de boter bij de vis behoort te zijn.
Je bewees jezelf door met het produkt mee te koken en de zeeduivel vochtig te houden en over te laten lopen in het bedje van zuurkool omrand door koele en volle crême fraiche en slechts gestopt door mosterd. Het zal mijn gebrek aan woordenschat zijn geweest deze poëtische beleving van samenstelling aan mijn disgenoot heer Visser uit te leggen, aan de wijn waarin het beestje zwom heeft het niet gelegen.
Emotioneel werd ik bij het aangezicht van mijn vrouw in jouw open keuken, verliefd op de chefkok die zijn konijntje aan de haak had geslagen. Uit het konijnengezin weggetrokken, de zuigelingen achtergelaten en deskundig ontdaan van fluffy flaporen en prachtig gevild en daarna één minuutje aangebraden in de volle boter. Ach, je zei het nog, ‘nog even in de oven en gekeken hoe lang’ in antwoord op de vraag hóe lang dan, zoals Sebastiaan Bach ook vindt dat de piano zichzelf speelt. U zij geprezen met bijzondere gaven, maar het zal mijn eenvoudige ziel zijn die het zo ziet.
De ingekookte fond een tikje gezoet nog niet eens meegerekend evenals de witte bonen-truffelpuree en rode kool met vijgen die in een restaurant van naam de kaart had kunnen aanvoeren.
Jammer dat je er niet bij was met de kaas. Het zal de tol van de roem zijn geweest of de spanning van het koken op zulk een hoog nivo. Het siert de man die ook gewoon maar een mens van Vleesch & Bloed is gebleven. Het was uit de kunst hoe wij genoten van een walnoot uit Frankrijk gekraakt op de wals van braakgeluiden die wij van boven hoorden komen. Waarschijnlijk was je druk doende in de homard-naire.
Het dessert ben ik kwijt evenals het betoog dat ik hield, maar dat was ik toen al kwijt. Het betoog hou je van mij tegoed. Ik zal het je vertellen als ik de liefde verklaar aan mijn vrouw zoals jij gisteren de keuken in het algemeen en ons in het bijzonder de liefde verklaarde. "
"Ach, heer bicat, nu we het over eten en drinken hebben. Ik kan u te allen tijde aanraden, maar toch vooral in de herfst, van de ganzenlever te proeven. Zoekt u daarbij een zo eenvoudig mogelijk bewerkte ganzenlever, dus geen paté, niets met geconfijte uien of anderszins toevoegingen.
U wilt ganzenlever proeven die met de hand is schoongemaakt door een oud boerenvrouwtje die hooguit peper, zout en wat cognac toevoegde en daarna op 70 graden in de oven met de deur op een kier de lever zachtjes liet warm worden. Niet smelten, want dan scheidt het vet van de lever en bent u uw produkt kwijt. Nee, u wilt de lever verwarmen zodat lever, peprer, zout en cognac een geheel gaan vormen. Dat wat u wilt proeven is de waarheid en niets anders dan de waarheid.
Slaat u overigens wel in grote hoeveelheden in, niets zo erg als aan het einde te moeten constateren dat u nog wel wat had gelust. Nee, met veel dingen is het zo dat we nèt even meer moeten eten dan ons lief is. Nèt dat decadente punt van overdaad aantikken.
Schenkt u daarbij een Gewürztraminer en bij voorkeur hoe ouder hoe beter en liever nog een Grand Cru dan een gewone. Maar als u dan toch uit wilt pakken dan komt u niet heen om de Tokay Pinot Gris.
"Of die klassieke Suske & Wiske (het was nummer 78 als ik het goed heb): De Kakkende Kakkerlakken, die aflevering waarin Tante Sidonia in haar keuken te maken heeft met een steeds groter wordende populatie kakkerlakken, die voortdurend alles onderschijten, niet in de laatste plaats de biefstuk met friet die Tante speciaal voor Lambik had gebakken, tot grote woede van onze favoriete zeshaarder, die gelijk een spuitbus pakt en erop los begint te spuiten, dit tot groot enthousiasme van zowel Suske als Wiske, die duchtig beginnen mee te spuiten (we hebben het hier duidelijk over de periode waarin Suske en Wiske nog net zo milieubewust waren als George W. Bush die zijn privejet vanuit Kyoto liet terugvliegen naar zijn range in Texas omdat ie z'n favoriete cowboy-hoed was vergeten), maar in de spuitbus van Lambik blijkt een goedje te zitten dat er voor zorgt dat de kakkerlakken de volgende dag het formaat van een jong paard hebben (professor Barabas had een lege spuitbus gebruikt om zijn nieuwe groei-middel te testen en vergeetachtig als hij was, had hij het bij Tanta Sidonia laten liggen, puur uit teleustelling, want ook na gebruik van het groeimiddel had Tante Sidonia de professor uitgelachen toen hij zijn broek naar beneden deed), afijn, nu de kakkerlakken gegroeid zijn, schijten ze nog harder met als gevolg dat tante Sidonia, Lambik, Suske en Wiske hun huis worden uitgescheten, waarna ze Jerommeke erbij halen, wiens enige bijdrage een ENORME scheet is, gelukkig komt professor Barabas eraan met een grote smile op z'n mombakkes en een nog grotere bobbel in de broek die, zo zal even later blijken, amper in staat is de steeds groter wordende penis van Barabas te verhullen met als gevolg dat Tante Sidonia, gek van geilheid, zich op professor Barabas stort die vrijwel onmiddellijk klaarkomt en bovenop een van de reuzekakkerlakken kwakt die dan weer vrijwel onmiddelijk in elkaar krimpt en in het niets oplost, waarna ook Lambik en Suske en Jerommeke hun apparaat bewerken met het groeimiddel, zodat ze de volgende dag, onder de stimulerende leiding van Tante Sidonia en Wiske, de kakkerlakken dood masturberen. Knipoog Wiske. Einde."
"De vergelijking ‘vleesetend’ en ‘vrouw’ is een natte wensdroom. Het is veelbetekende symboliek dat er aan vegetarische mutaties man/vrouw/ hermafrodiet wordt gewerkt door de wetenschappelijke elite. Weten zij soms meer? Staat ons Armageddon te wachten ? De finale segregratie, het schisma van de sexen en de ondergang van hun zondige sexueel verkeer als geheime wapen om de wereldbevolking eindelijk zonder oorlogen te kunnen reguleren ? Reincarneren in een plantaardig bestaan in een potje aarde van robotformaties die miljoenen grijze racks van vruchtdragende en geurige planten produceren onder uiterst secure en berekende condities , zonder vrij zon of maanlicht, zonder zicht of gehoor, zonder tastzin, zonder geluid van wind en zee." Zelfbeschouwing
"Een man van middelbare leeftijd, beet je te dik, beetje te morsig. Baardje of sik wellicht. En witte schilfertjes sieren zijn gelaat. Hij rookt en hij drinkt, maar in tegenstelling tot wat hij ons graag wil doen geloven, niet teveel. Hij is een ambtenaar, schaaltje 9. verder een liefhebbende vader die zijn frustratie over het uitblijvende en waarschijnlijk nooit meer komende grootse leven heeft verruild voor een soort van komisch cynisme. Hij neemt het niemand kwalijk behalve misschien soms zichzelf, maar dan alleen na een Westmalle Tripel te veel. Hartstochtelijk supporter van NAC of een andere club ten zuiden van de grote rivieren, want dat hij een Brabander is moet haast wel. Zo stel ik mij Kiers voor, maar wellicht is het wel gewoon die homofiele Indo die bij Serudang de lege borden ophaalt..who knows.."
"Het is vast een meteroloog, een weermenneke met een gesmoorde sexualiteit, eentje met een enorm taboe. Een vrijgezelle biologieleraar met verlatingsangst kan ook. Zo'n eenzaam type die nog steeds bij zijn moeder woont en al jaren lesgeeft in het basisonderwijs. Zo'n anonieme 13 inhetdozijnman die spaarzaam leeft, de piepers schilt en de afwas doet, zo eentje die op de middagwandeling met het hondje van moeders vanachter de krant bij een speeltuin of in het park naar stoeiende of voetballende jochies kijkt en de pijn verzwijgt. Een masochist die het taboe koestert.
"Ach ja, leuk, schrijvers. |