|
Navigatie
de voorplecht
louter proza
louter poëzie
liaisons
nostalgie
colofon/contact


Dankbaar
Uitgelogd
Huishoudelijk
5 oktober 2005
Advertentieboer webstats4u, voorheen nedstat, kan de vinketering krijgen. Vanaf vandaag verdwijnt deze teller, de bezoekcijfers zijn bewaard voor het nageslacht en voortaan tellen we verder met Awstats. Koffiebonnen kunt u ophalen bij Tante Miep.
|
|
X-Berg - Ewald Stals
Woensdag, 21 September 2005
X-Berg
Zoals overal ter wereld was het een paar voor minuten voor zeven. De
baby trok zich recht aan de spijlen van het kinderbedje en lachte
goedgemutst. Hij wekte eerst onze held, vervolgens zijn vrouw. Warm jij
zijn melk even, vroeg ze en geeuwde, duwde zich recht, glimlachte
voluit en hevelde haar zoontje over in de armen. Toen onze held
terugkwam, lagen ze te knuffelen. Hij rechtte zijn hoofdkussen, ging
zitten, nam de baby op de schoot en gaf hem zijn fles. Gulzig begon hun
zoontje te zuigen. Ze dronken koffie en aten een croissant met nougat
en noten. Halverwege deze idylle zei zijn vrouw, traag, ingehouden, je
hebt weer met je linkerbeen liggen trekken vannacht. Zijn zucht zoog
het bed doorheen een vacuüm. Onze held keek even naar zijn vrouw, en,
terwijl hij nog dieper zuchtte en zei, de profeet, drukte hij het hoofd
met grote wanhoop tegen de muur.
Die signalen in het linkerbeen waren een aankondiging, er ging
andermaal iets vreselijks gebeuren. Londen, Madrid, Istanbul,
Marrakech, Bali, New York, de nachten ervoor vertoonde onze held
dezelfde symptomen. Spasmen van de bilspieren, de zenuwen die
onophoudelijk begonnen te trekken, tot hij helemaal aan het trillen
ging. Het is toeval, zei zijn vrouw ook nu weer, want ze geloofde niet
in het verband, daar was ze veel te rationeel voor. Je moet een dokter
raadplegen. Nee, schudde onze held, nee, het komt dichterbij, waar zal
het nu zijn?, Parijs?, Rome?, beloof me dat je vandaag binnen blijft,
en zeker de metro vermijdt. Hij keek strak voor zich uit. Op een dag,
kondigde hij aan, nee, vandaag, corrigeerde hij zich, vandaag zal het
hier gebeuren. Hij zweeg. De zon scheen door de kieren in het gordijn.
De baby liet de lege fles vallen. Zijn vrouw nam hem de handen in de
hare. Het is niet meer dan een symbool, verklaarde ze, symbool van deze
tijd, als een hiëroglief, de bebaarde moslim met een tulband, op ons
netvlies gebrand, tot we angstig voor alles zijn geworden. Jij vertaalt
dit in fysieke symptomen, niet meer of minder. Hij schudde het hoofd,
hij antwoordde, onvatbaar en resoluut, ik moet het verijdelen, het is
ondraagbaar, ik moet het stoppen. Onze held sprong recht, trok jeans en
T-shirt aan en zei, ik bel je wel. Hij kuste haar op de lippen, zijn
zoon op beide wangen en was al even snel de straat op. De ochtend was
nog fris, maar een zware hitte kroop reeds langs de muren naar beneden.
Berlijn steeg langzaam boven de eigen smog uit. Aan het raam op de
zevende verdieping keken vrouw en kind hem na, tot hij achter de hoek
verdween.
Hij nam de metro naar Kottbusser Tor, in het hartje van Kreuzberg, een
kleurrijke buurt in het westen, een station berucht om zijn junkies en
dealers, de clochards op de banken en de graffiti van de verschillende
Marokkaanse buurtbendes die om de alleenheerschappij van dit
ondergronds territorium streden. De hel op aarde, noemden de inwoners
dit station, en het was precies daar dat onze held zijn zoektocht
begon. Hij keek op zijn horloge, het was kwart voor acht, de zenuw in
zijn linkerbeen trok heftig.
Hij stond voor een Marokkaanse kroeg, zonder gordijnen zag hij dat het
er druk was. Boven de deur blonk een rood neon vers uit de koran: ‘Ze
zijn slechts vrienden en beschermers van elkaar. En zij onder jullie
die zich tot hen wenden, horen bij hen.’ Onze held stapte het lokaal
binnen. Het was kaal verlicht, met op de breedste muur een foto, achter
glas, in barok verguld kader, van een scène in de stad Mekka.
Tienduizenden pelgrims cirkelden wijzerzin rond een zwarte kubus.
Verder waren de muren wit. Aan een paar tafeltjes zat een koor van
tientallen stamgasten in groepjes van vier tot zes domino te spelen. De
ivoren steentjes klikten, de massa zweeg, plots, zodra hij dwars over
de tapijten naar de dikke man achter de bar wandelde. Onze held knikte
en keek hem strak in de ogen. Ik ben op zoek naar Mohammed, zei hij
duidelijk. De dikke man achter de bar fronste de wenkbrauwen en waste
verder, koffiekopjes, schoteltjes en lepeltjes. Onze held herhaalde
zijn verzoek. Enkele jongeren stonden op en kwamen om hem heen staan.
Wat mof je hier!?, zei de stoutmoedige in verbasterd Duits, wat moet
dat betekenen?! Iedereen noemt hier Mohammed, voegde de grapjas eraan
toe. Het groepje grinnikte, terwijl het koor van stamgasten ivoren
steentjes op elkaar bleef gooien, alsof ze niet mochten getuigen. De
profeet, verduidelijkte onze held, ik ben op zoek naar degene die zich
de profeet noemt. De dikke man achter de bar twijfelde even met het
rechteroog, toen zei hij, er is maar één god in god en Mohammed zijn
enige profeet. Je bent een hond, ik verzoek je vriendelijk dit oord te
verlaten.
Onze held bleef staan. Hij keek rond. De zenuw in het linkerbeen begon
al weer te trekken. In de hoek, aan een klein rond tafeltje zat een
jongeman, hij pufte langzaam op een waterpijp. Tussen de vingers liet
hij traag en regelmatig de kralen van een gebedssnoer glijden. Zijn
gezicht gloeide met een bizarre levendigheid, zonder vreugde, maar met
een diep verlangen. Hij had verfijnde trekken, keurig geknipt
haar lichte wenkbrauwen, en ogen vervuld met vroomheid, vol
liefde ook, vol tederheid, vol gelukzalig besef. Dat is hem, fluisterde
onze held tegen zichzelf. De stoutmoedige schreeuwde nu en duwde hem
tegen de sleutelbeenderen van zich af. Opmoffen, stronthond, uit de
binnenzak van zijn sportjasje trok hij een vlindermes en zwaaide het
lemmet naar het gezicht van de held. Twee uit het groepje grepen hem
achteraan klem en trokken hem aan de haren. De stoutmoedige duwde de
gekromde punt van het mes in de huidplooi net onder het linkeroog. Hij
prikte een druppel bloed. Laat hem!, gebood een stem, kordaat doch
rustig, het was de jongeman in de hoek. De twee uit het groepje lieten
hem los. Onze held trok zijn hemd recht en taste even naar de pijn
onder zijn oog. De jongeman in de hoek legde de waterpijp terzijde,
stond recht en wandelde naar onze held. Wat wil je?, ik ben de profeet.
Ze doordrongen elkaar, wederzijds, simultaan. Alles wat hij was, alles
waar hij naar verlangde, al zo lang en onbereikbaar, zo exclusief en
alles verblindend, zag onze held in de donkere pupillen van de
jongeman. Er glom vastberadenheid in, onvermijdelijkheid. De jongeman
glimlachte traag en mysterieus. God verrast zijn gasten met de
verrassing van zichzelf, zei hij, ga terug naar huis en blijf thuis.
Hij draaide zich om, wandelde doorheen de groep om onze held, ging
zitten en pufte verder aan de waterpijp. De stoutmoedige gaf nog een
duw, de grapjas maakte nog een grapje, in het Marokkaans, en deed met
een overdreven buiging de deur voor onze held open. Het getik van de
ivoren steentjes stopte, hij stond weer op straat. De ochtendspits was
reeds begonnen, de continentale hitte bakerde reeds gevels en macadam.
Duizenden renden, machiatto in hand, naar trein, bus en tram.
Blinden hebben geen naam nodig, dacht onze held, ze zijn één massa, de rest van hun identiteit is waardeloos.
Hij stak over en ging op uitkijk staan, half verborgen tussen de
stapels appels en appelsienen van een fruithandelaar. Onze held stak
een sigaret op, de rook benevelde zijn gedachten. Hij belde zijn vrouw,
ik heb hem gevonden, zei hij zo neutraal mogelijk, ik hou van je, zei
hij meteen daarop. Waarom zeg je dat?, vroeg zijn vrouw, zo nu, zo
ongepast? Blijf binnen, maande hij aan, beloof het me, ik heb hem
gezien, de profeet, degene die altijd aanwezig is. Blijf binnen,
herhaalde hij, ik ga het niet stoppen, het is onvermijdelijk. Het bleef
even stil aan de andere kant van de lijn. Vergeet je afspraak niet, zei
ze uiteindelijk. Welke afspraak? Om half elf, ik heb zonet de dokter
gebeld. Hij klikte de telefoon uit en vloekte binnensmonds. Wie moet ik
stoppen?, dacht hij.
Seconden later sprak een geheim agent van de speciale eenheid
terrorismepreventie hem aan. Het was een grote kerel, met hoekige
jukbeenderen en blond kortgeschoren haar. Hij droeg een lederen
regenmantel, op deze hete zomerdag, en toonde onze held zijn badge.
Langzaam weggaan, beval de agent, in die stem weerklonk een donker
morbide genot, waarmee de wet fatalistische gedweeheid katalyseert.
Onze held gehoorzaamde, gedwongen door die vreemde impuls, te
gehoorzamen, te volgen en nergens aan te denken. Ze wandelden zo’n
vijfhonderd meter, tot de agent andermaal beval, hier rechts, en hij
duwde een stalen poort open. Achter de misselijke makende moderne
straatmuur stond een prachtig Pruisisch paleis. Koperen baby’s hielden
vissen in de armen, het water kabbelde uit hun monden in de fonteinen
van het binnenhof. Voor de monumentale deur stond een lijfwacht, met
straffe snor en strak uniform. Hij tastte het lichaam van onze held af
en legde beslag op zijn mobieltje. Wat deed je daar?, vroeg de agent,
toen ze uiteindelijk tegenover elkaar zaten. Het kamertje had geen
vensters, het gesprek werd opgenomen, de eenvoudige houten stoelen
waren hard. Er gaat een aanslag gebeuren, zei de held, vandaag, ik zag
het in zijn ogen, het is onvermijdelijk. We observeren al jaren, we
leven al maanden met die zekerheid, antwoordde de agent, wat doet je
denken dat het precies vandaag gebeurt. Het is hem, zei onze held, ik
heb hem gezien, ik voel het in mijn linkerbeen, zenuwtrekken, het gaat
aan het trillen. De agent klopte op de onderkant van het pakje en gaf
onze held een sigaret. Ga naar huis en blijf thuis, zei hij en stond
op, je moet vertrouwen in ons hebben, we voorkomen dit wel.
De lijfwacht gaf hem zijn mobieltje terug, het water kabbelde in de
fonteinen, de stalen poort sloot automatisch, onze held wandelde terug
naar het lokaal. Ditmaal was het leeg, op slot, zelfs de dikke man aan
de bar was verdwenen. Ik sta er helemaal alleen voor, concludeerde onze
held, niemand gaat mij helpen. Hij luisterde naar zijn linkerbeen, maar
ook dat zweeg. Auto’s toeterden, fietsers en voetgangers, plots
kondigde een sirene een voorbijstuivende ziekenwagen aan. Was het reeds
zover?, nee, op de hoek, terug aan het station Kottbusser Tor, had een
junk een junk neergestoken. Er stonden wel honderd man te apegapen.
Zijn linkerbeen zweeg nog steeds. Hij daalde langs de trappen het
station in en ging wachten op een bankje. Onze held belde nogmaals zijn
vrouw. Waar ben je? Thuis, zei ze, en jij? Bij de dokter? Ik ben hem
kwijt, bekende hij, beloof me dat je binnenblijft. Straks ga ik
boodschappen doen, antwoordde ze. Te voet? Nee, ben je gek, ik neem de
metro, zoals altijd.
Een sjofele oude man kwam naast hem zitten. Hij had een lange witte
baard en lange sluike haren. Je ziet ernaar uit dat je wel een slok
kunt gebruiken, en hij gaf hem zijn wijnfles door. Onze held slokte
gulzig. Met de rug van de hand wreef hij de lippen droog. Problemen?,
probeerde de sjofele oude man. Ben jij bang van een aanslag?, vroeg
onze held. Ze keken elkaar dringend aan. Vreemd, zei de oude sjofele
man, je vertelt in één woord meer over jezelf dan ik ooit zou durven
opbiechten. Hoe zij willen sterven, zei onze held, zo wil ik leven.
Overtuigd, onherroepelijk vooruit, gelovend in de bedoeling. Hij nam
nog een slok van de wijnfles. Zo leven, dat is onmogelijk, zei de
sjofele oude man, zo leven kan je enkel als je dood op voorhand is
gepland, het moment gekozen door jezelf. De horror verpulvert je ego en
je ziel wordt ontvankelijk. Zo leven, hmm, zei de oude sjofele man,
leven is een mysterieuze methode met een genadeloze logica zonder enig
betekenisvol doel. Op het einde oogst je enkel nutteloze spijt. Onze
held stond op en gaf de fles terug. Ik die dacht dat je een bondgenoot
kon zijn, zei hij vol verachting, dat iemand je gezonden had, je bent
gewoon een dronkaard. De oude sjofele man sprong krachtig op,
bovenmenselijk was het, hij greep onze held bij de keel en duwde hem
tegen een paal, tot de voeten de grond niet meer tipten. Wil je de dood
uitdagen, siste hij in het oor van onze held, denk je dat het spannend
zal zijn? Je vergist je, het is geen spektakel, er zijn geen
toeschouwers, het zou wel eens oervervelend kunnen worden, een gevecht
waar nooit iets in gebeurt. Want als je alles weet, wat zou je dan nog
in beweging kunnen brengen? Hij liet de held los, hoestend stortte die
neer, en pas tientallen seconden later grabbelde hij terug op de
knieën. De oude sjofele man hielp hem overeind. Dus toch, zei onze
held, lachend en overtuigd. Zijn linkerbeen begon weer te trillen.
Hier, zei de oude sjofele man, en hield hem een zware trommelrevolver
voor, die zul je nodig hebben. De metro snelde het station in.
In de tweede wagon zag hij vrouw en kind zitten. Slepend met het
trillende linkerbeen sleurde hij zich het treinstel in. Tegelijkertijd,
aan het andere eind, gleed de profeet naar binnen. Het leek wel een
rugzaktoerist, met de geldbuidel rond de hals, een banaan op de buik en
de zware bergbottines bovenop zijn lading. Potzdamer Platz, besloot
onze held, het financieel centrum van de stad, ik heb nog vijf stations
om hem tegen te houden. Hij stapte naar zijn vrouw en kind. Zijn
zoontje stak de armen uit en begon hevig op en neer te wippen in de
kinderwagen. De metro reed het eerste station binnen. Onze held klikte
de veiligheid op de rem af, drukte de deur open en reed zijn zoon het
perron op. Zijn vrouw volgde, wat doe je?, riep ze geërgerd. Ik heb
geen tijd, hij zit op de metro, binnen enkele stations blaast hij zich
op. Ik ook niet, zei ze, ze trok hem de kinderwagen uit de handen en
glipte op het nippertje tussen de dichtgaande deuren van de trein. Onze
held wurmde zijn vingers in de katsjoe en maakte een opening van een
halve cirkel. De metro trok zich in gang. Helemaal achteraan stond de
profeet op de kaart te kijken. Rode demonogen slokten hem de ondergrond
in. Onze held bleef wezenloos achter.
Hij moet overstappen, na Stadmitte is het nog twee stations, ik kan hem
inhalen aan de Mohrenstraße, net voor hij de Potzdamer Platz bereikt.
Onze held zette het op een rennen, drie treden tegelijk de trap op, de
hete zon tegemoet. Elke straat ging hij nog harder rennen. Per toets
wierp hij een blik op de weg nog te gaan, hij belde zijn vrouw voor de
derde maal. Ga van die trein af, brulde hij in het toestel. De
Potzdamer Platz zei je, zei ze, dat is precies waar ik heen ga. Ze
knipte haar mobieltje uit. Onze held rende door het rood, duwde een
oude tante aan de kant, sprong over bakken vol planten, niks kon hem
nog tegenhouden, hij stormde tegen de stroom in de opgaande roltrap af.
Opzij, opzij, riep hij, de trein stond reeds aan het perron, het licht
boven de open deuren ging over op oranje, een luid alarm klonk
staalhard.
Daar stond de profeet, naast zijn vrouw, hij duwde een vinger op het
neusje van hun zoon. Het kind bulderde van plezier. Onze held
concentreerde zich op zijn ademhaling, zijn mond smaakte zuur van de
inspanning, alsof de werkelijkheid hem de adem uit het lijf rukte,
alsof die hem wurgde, hem bevroor. Hij probeerde te praten, hij
probeerde te bewegen, iets hield hem in zijn macht, voor zijn ogen
dansten paarse cirkels. Niet door de knieën gaan, dwong onze held zich
weer tot helderheid. De profeet speelde nog steeds met het neusje van
hun zoontje, hij volgde de wijzertikken op zijn polshorloge. Onze held
sloot de ogen, hij concentreerde zich, de trilling in zijn linkerbeen
schoot doorheen zijn lichaam, naar het diepste in zichzelf, waar een
helder licht groeide, tot het hem helemaal vulde en als een slang
doorheen zijn navel naar buiten kronkelde. Vier miljoen portretten, van
vier miljoen inwoners snelden hem aan het innerlijke oog voorbij. Ze
lachten, keken serieus, knipoogden of stonden erbij zoals ze waren in
het dagelijks leven. Een intense vreugde verzadigde onze held. Leven,
zei hij, leven, leef dan! Hij opende de ogen en haalde de trekker over.
Het schot was vlijmscherp, passagiers begonnen te krijsen, iemand trok
aan de noodrem, drie bouwvakkers sprongen bovenop onze held, vloerden
hem en dwongen hem het wapen uit de hand. Raak hem niet aan, schreeuwde
hij, hij heeft een bom bij zich, raak hem niet aan! Paniek
overmeesterde de menigte. Ze duwden elkaar, sprongen over elkaar heen,
sloegen de ruiten stuk en doken naar buiten. Vijftig meter verder
klauterden ze het perron op van het station aan de Potzdamer Platz,
huilend, jankend, in complete chaos. Terug in het treinstel kroop onze
held overeind, zijn gezin zat onder het bloed. Zijn vrouw troostte hun
krijsende kind.
De profeet lag vertrokken in een pijnlijke grimas, zijn gezicht een
uiting van de hel waarin hij zich bevond. Een perfect schot, de kogel
draaide zich doorheen de schedel, precies tussen de ogen. Hij was op
slag dood, zei de agent in de lederen mantel, en hij deed alsof hij
onze held niet herkende. Assistenten in witte overalls ritsen de
lijkenzak dicht. Een andere sloeg onze held de handboeien om. Vrouw en
kind namen hem in de armen. Hij kuste hen teder. Vergeef me, zei zijn
vrouw, ik zal je geloven. Samen gingen ze achteraan in een gepantserde
wagen zitten. Terwijl het nieuws over een verijdelde aanslag
losbarstte, Berlijn de hitte doorheen haar hoogtepunt verdroeg, legde
hij urenlang verklaringen af. Na afloop gingen ze naar huis, ze namen
de metro, uitgeput, arm in arm. Op de schermpjes, zeven stations lang,
gebiologeerd keek de menigte naar de beelden, de getuigenissen, de
eerste reactie van de Kanzler, niemand herkende onze held. Ze stapten
uit, wandelden de straat in en namen de post mee naar boven. Rond acht
uur aten ze spaghetti, droegen samen hun zoontje naar bed en bleven
staan tot hij droomde. Zoals overal ter wereld viel de nacht. Onze held
sliep in, zijn vrouw zalig tegen hem aan gedrukt, weldra zou de zenuw
in het linkerbeen weer trekken.
[Biografie]
door Ewald Stals
Maestro di color che sanno
Joop Doderer
Kijk, echte literatuur op Bicat.net
bromde Kiers om 10:13 (op Woensdag, 21 September 2005)
Wel jammer dat er geen snelle verkleedpartijen in een wc of telefooncel inzitten.
Maar eh, literatuur. Jeetje. Het moet niet gekker worden hier.
bromde Lennard om 10:34 (op Woensdag, 21 September 2005)
Zoals het kleine jongetje dat ik ooit was, kijkend naar een aflevering van “ So weit die Füßen tragen “, zo zat ik nu weer aan het beeldscherm gekluisterd. “ Cool, vet “, zeggen de hedendaagse jongetjes. “ Gaaf “, zeg ik.
bromde Arnaud om 10:37 (op Woensdag, 21 September 2005)
Zoals overal ter wereld was het een paar voor minuten voor zeven.
Dat ben ik niet met je eens:
op de wereld zijn verschillende tijdzones.
Wel kun je (als je trek hebt in een borrel)
het volgende excuus gebruiken:
It’s five o clock somewhere.
bromde marcel slinger om 10:46 (op Woensdag, 21 September 2005)
Voor literatuur is het mij te vroeg. Kom om 5 voor zeven wel terug!
bromde Jongen () (URL) om 11:04 (op Woensdag, 21 September 2005)
Nondeju, weergaloos verhaal. Zelf heb ik ook wel eens verhalen geschreven over onze held, maar die trok niet zo met z’n linkerbeen en verijdelde ook geen aanslagen. Mijn blik zat ook vastgeplakt aan het scherm. Laat mij op mijn knieen plaastnemen en een paar keer richting Gent buigen. En die beginzin ‘zoals overal ter wereld was het een paar minuten voor zeven’ vond ik ongelooflijk mooi, onheilspellend in z’n onmogelijkheid. Je weet meteen: hier gaat iets werelds gebeuren.
bromde Max J. Molovich (URL) om 11:08 (op Woensdag, 21 September 2005)
Iemand de zeep laten vallen?
bromde Mohammed B. (URL) om 12:12 (op Woensdag, 21 September 2005)
http://www.probiblio.nl/nieuws/bericht.a..
Ampert een litterair verhaal en meteen pats! boem! een vet contract! Keep up the exceptionally good work, Biek.
Liefs, Willie
bromde Wil v. Reem-Talma () om 12:32 (op Woensdag, 21 September 2005)
Tijd voor een sappie, contracten en literaire ontwikkelingen dienen gevierd te worden.
bromde herman (URL) om 14:28 (op Woensdag, 21 September 2005)
:: droogt handen in handdoek ::
Zo! Héérlijk een afwasje gedaan. Dat geeft zo’n fijn opgeruimd gevoel!
bromde Kiers om 15:42 (op Woensdag, 21 September 2005)
tjonge een biografie
straks moet je nog een cv hebben om bicat te mogen lezen
bromde ome peet (URL) om 19:46 (op Woensdag, 21 September 2005)
Indrukwekkend, Ewald. Prachtig geschreven, een genot om te lezen.
bromde Adriana om 19:53 (op Woensdag, 21 September 2005)
Mof? Goed hoor!
bromde Erwin (URL) om 20:36 (op Woensdag, 21 September 2005)
Ome Peet kan mooi schilderen!
bromde L*U*L (URL) om 20:47 (op Woensdag, 21 September 2005)
‘de kogel draaide zich doorheen de schedel.’ ik hou van vlaanderen!
bromde grtskkjydk;lhg om 22:14 (op Woensdag, 21 September 2005)
‘Een grote pepernoot, een gele piet en een condomaatje ober.’
bromde herman (URL) om 22:30 (op Woensdag, 21 September 2005)
Zo’n held wil ik ook zijn ! Of op zijn minst, zo’n verhalen kunnen schrijven. Kom soit, ik ben al heel blij dat ik dit kan lezen, en ervan genieten.
Super !!
bromde Nathan () (URL) om 23:26 (op Woensdag, 21 September 2005)
Geinige speeltuin. En voor literatuur moet je op bicat zijn, zeggen ze hier. Maar leer eens schrijven, stelletje inteeltpapegaaien.
bromde karolien om 00:39 (op Donderdag, 22 September 2005)
Karolien, ik zit al een hele middag met ‘The Backyard’ onder de knoppen en kan mij amper inhouden, maar ik hou mij in omdat Meneer Ewald Stals hier alle lauw’ren verdient deze middag dus ‘do not dare me’. Begin vooral niet met pocherig ‘leer eens schrijven, stelletje inteeltpapegaaien’ want dan haal jij als klein meisje jouw suikerzoete aardbeiknopje tevoorschijn.
Dan maak jij het mij héél moeilijk, Karolien. Met je onberispelijk maagdelijk dertienjarig vocabulair en imaginaire borstjes van bonige meisjes waarvan wij rillend in de nacht naar de wc moeten. En ook gaan. En trillend met de verkrampte rechterarm tegen het porcelein van de potrand leunen terwijl ons zaad druppend afdruipt naar de toiletmat, in de hoop dat het is opgedroogd voordat de familiewekker gaat om 07:00 uur.
karolien, heb jij al haren en wil jij met mij telefoneren? Voor een kleine vergoeding?
bromde Kiers om 00:58 (op Donderdag, 22 September 2005)
Ha! Dat zeg ik, natte lekkagemand met je pitrieten schaamhaar neptube! Leer jij eerst eens lekker droogneuken voor je met de Ridders van de Ronde Droogtrommel aan tafel gaat zitten bakkeleien over papegaaien.
sorry kaatje, zo bedoel ik het ook weer niet. Bioscoopje op mijn kosten?
:: glibbert ::
..eugh
bromde Kiers om 01:10 (op Donderdag, 22 September 2005)
Meanwhile op Adobes…
Gooit bewegende echt belangrijke vragen op tafel en wachten de reaguurders vol spanning op antwoord.
(Met een beetje geluk een bicat huwelijk)
bromde Lennard (URL) om 06:29 (op Donderdag, 22 September 2005)
Koppie Hau! Koppie Hau! Koppie Hau!
bromde Inteeltpapagaai 27 om 13:08 (op Donderdag, 22 September 2005)
Lees ik toch net dat Swiebertje)_overleden.html voor het laatst z’n knapzak heeft gepakt om zich te melden bij de Grote Bromsnor daarboven.
bromde Max J. Molovich (URL) om 14:10 (op Donderdag, 22 September 2005)
Wie vertelt het aan Saartje?
bromde Erwin (URL) om 15:24 (op Donderdag, 22 September 2005)
Ach. Dat is die man van het Droste-effect toch? Dat als je hem diep in z’n hart kijkt, dat je daar dan nóg een Swiebertje ziet. Ofzo?
bromde Hoof om 15:57 (op Donderdag, 22 September 2005)
Doe ik wel joh. Saartje is verzekerd bij mijn werkgever, dus het is een kleine moeite.
bromde Adriana (URL) om 16:00 (op Donderdag, 22 September 2005)
∗ humpf ∗
Inteeltpapagaaien…
∗ is zwaar beledigd ∗
bromde Eduardo om 16:49 (op Donderdag, 22 September 2005)
Een hele zit, Ewald Stals, maar HELEMAAL de moeite waard!!!
bromde Marnix (URL) om 01:02 (op Vrijdag, 23 September 2005)
daniel lambestusheufke 14 neeritter wilt poepen
bromde daniel () om 12:06 (op Donderdag, 10 Januari 2008)
het slijk der aarde
| |
Holle retoriek
"Aarsema, dan komen de tachtigerjaren puberale streeptinten van de
eerste kabeltv binnen op mijn kolkende oogbollen als de tube mayonaise
leeggeknepen in in een onderzoekende puberkringspier . Vage opgedroogde
veegklodderstrepen op de dikke zware afstandsbediening die het allang
niet meer doet. Bolle schermen versterken de aplastische rondingen.
Antennes nog met coax en zaad in een sok, geurend naar kamille gemengd
met nat speculaas.
Jong zijn is zo mooi…"
"Zit je achter het meest nieuwe en hipste technologische apparaat van deze eeuw, kom je op een stukje internet over columns schrijven. En dat is nu exact wat ik zocht! Soms zoek je iets, en kan je het niet vinden. Maar nu wel! Ik zoek iets om mijn Nederlandse woordenschat in te verwerken. En dan zoek je, en zoek je, en dan VIND je!
Soms zoek je iets anders. En dan vind je het niet. Mannen, of vrouwen, pennen, papier, boeken, bekers of boodschappen, je vind het soms niet.
Maar nu heb ik het gevonden!
Groetjes Lieke"
(Lieke, Zelf een column schrijven)
"Daarom is bicat een lichtje, een vuurtoren voor de verloren lopende dolenden.
Want dat er velen op de dool. Een gevolg van zich onbestemd, zonder nuttig doel, afgevlakt en weinig bijzonder voelen maar misschien nog meer eengevolg van het vluchten voor deze zelfrealisatie, deze pijn van een ziel zonder importantie niet te hoeven voelen. En daar compensatie middelen voor zoeken en aangboden krijgen. Drugs, sex met dieren, sex met kinderen die geen leeftijd meer nodig schijnen te hebben, autorijden, schoeisel, weblogs, gangbangs, sport, wat al niet. Als het maar lijkt dat je vooral bezig bent. Al is het nietszeggend en immoreel, al is het bellenblazen met je mond dicht of een kraak zetten en minister zijn.
En dan is er bicat..aus blaue hinein zu uns gezogen, zonder eigenaren of aandeelhouders die stakingen uitlokken, zonder stompzinnig geleuter, nee, de magie van de fantasie, de fictie en de nederlandse taal aan de macht.
Een baken van troost, een zwoele geur vlak voor het slapen gaan, een enorme uitzinnige stapel draadjesvlees met dampende jus, een romance achter het frietkot, scooters en mobieltjes, vogels die hun eigen lied zingen, de eigen partituur kennen en geen regisseur of dirigent nodig hebben, de horror en thrill. Dat wat onbewust en ondergronds en ook van het leven zelf is. En niet wordt voorgeschreven door de krant, de tv, radio, politiek, banken en verzekeraars, speculanten die denken met 'de echte waarheid' om te gaan. Nee, ik ben geen echt schrijver maar wel groot fan van het schaarse bicat talent."
(Peter Novecento, Haagsche Post)
"Schuimbekkend van woede las ik de met een danige onverschilligheid
geschreven colums betreffend de holocaust en Auschwitz. De flarden teksten
vol schrijffouten en loze beweringen, getuigen van weinig historisch besef
maar vooral een respectloze attitude jegens miljoenen slachtoffers. Vandaar
mijn bijdrage met het verzoek de richtlijnen als opgesteld in de bijlage te
respecteren en in acht te nemen.
vr groet
dhr. Papen"
(Daniël Papen, via email)
"Diep geroerd, met geknepen stembanden, omvloerste oogleden, brandend maagzuur en kloppende roede (het is tenslotte 5
december) mocht ik uw fraaie stuk proza over mijn getroebleerde netvlies laten glijden...
De woorden vertalen zich moeiteloos in zielsetsende beelden.
Dank!"
(bromde Zielknijper, 5 december 2005)
"Geachte heer,
Mag ik u verzoeken het plaatje van de te jonge dame van uw site te verwijderen. Er zijn namelijk nog al wat mensen die dit niet lollig vinden. Diverse klaag e-mails over gehad. Mag ik u er op attenderen dat het hier om Kinderporno gaat en de wetgever daar meer dan 4 jaar gevangenisstraf op heeft gezet. Ik ga ervan uit dat het om een misvertstand gaat, als moderator.
Met vriendelijke groet.
Sociale Jeugd- en Zedenpolitie te Amsterdam
Commerciele zaken
020-5592585"
(i030142@planet.nl, 14 december 2004)
"Schitterend verwoord dat artikel over Clarence. Liep jaren met een missie, aan de voetballiefhebbers (niet de kenners) proberen uit te leggen dat Abe en Piet beter zijn dan het orakel uit betondorp. Was onbegonnen werk. Het klootjesvolk adoreert Ellen van Langen, Geesink en Rieu, en vinden mevrouw Blankers, Ruska en Roby lakatos maar niks, ze weten waarschijnlijk niet eens wie het zijn. Toen Keizer stopte heb ik jaren niet meer gekeken. Toen zag ik die Fin en een paar jaren later een Surinamer met een Nederlands paspoort (Had die Fin er ook maar een gehad). Ja en dan begint het heilige vuur weer te branden. Deze twee zijn tactisch en technisch het beste wat er op Nederlandse velden heeft rondgelopen (wat ik in mijn leven heb gezien). Keizer had niks met voetbal te maken, dat was ballet,kunst, en soms als het niet belangrijk was helemaal niks .En Abe ken ik van wat beelden, maar als je naar de verhalen over hem luistert hoef je de verteller maar in de ogen te kijken en herken je meteen de kenners uit die tijd."
(via mail, 23 oktober 2005)
"pedante snikkels, komen kut te kort. Webloggen is niet voor mietjes maar ook niet voor stoere geile binken, webloggen is namelijk een fenomeen, een spookbeeld voor blinden die zich vergapen aan de wijde wereld van het internet om zichzelf te ontmoeten, een monologue interieur te voeren en dan de echo terughoren, het internet dat een wonder is wat een dom irrationeel fenomeen is. Echt iets voor pedante snikkels en kale kutten die niet neuken maar wel in elkaars nek willen hijgen en tijd teveel hebben. Ik zou er helemaal niet aan beginnen en beroemd en rijk ben ik al, zegt het liefje. Ik heb de grootste en zij heeft de lekkerste en we verdoen de tijd liever in elkaar verstrengeld dan te vergooien op zo’n vervuilde weblogmarkt. Mot je alweer email beantwoorden enzo, in je vrije tijd, be je gek. Opzoute, stik dur maar in, Goossens, kijk maar uit dat ze niet vreemdgaan terwijl jij al die poen verdient, sneue wolf, ouwe rukker, voordat je het in de gaten hebt sta je een verschrikkelijk stinkend goedje op je scrotum te smeren terwijl je staat te huilen omdat je zo belazerd bent terwijl je het alleen maar goed bedoeld, voor ons allebei schatje, weetje, heerlijk met vakantie strax, saampjes, maar vanavond moet ik werken snappie, centjes verdienen mot pappie, kijk niet zo beteuterd, je wilt helemal niet naar de Lidl, je wilt daar nooit gezien worden zei je, nou dan. Nou tot strax dan, he ?"
(nove, 12 oktober 2005)
"Bicat.net, dat is toch die achterlijke webstek voor rukkende, boerende en altijd bezopen kerels? Dat zielige pathetische zooitje ongeregeldheden dat uitgebraakte hersenkwak probeert te verkopen als prozadrek? Natte winden, dikke drollen, kleverige onduidelijkheden? Slurptrekkende draaigorgels,
voorhuidjogging avant la lettre en berensgrote buikglijers?"
(Jeremias Schubbenrug, in Nova, 4 oktober 2005)
Reageerziekte
"Op een vrolijke dag toen ik aan mijn, voor al 11 jaar, allerbeste vriendin de liefde heb verklaard en binnen luttele seconden de meest euforische gevoelens door mijn ziel heen flitsten typte een verslag van school begon k te typen en dit kwam tevoorschijn op het samengeperste hoopje uitwerpselen wat ik beschouw als mijn laptop, want zoals velen het niet slecht zou doen als zij dit beseften is bezit enkel een illusie.
Conclusie & nawoord
Niet alleen symbolen hebben invloed op ons doen en denken, de manier waarop ieder mens zichzelf ziet en andere zegt meer over die persoon dan over anderen. Elk mens gaat zijn eigen weg, en het is jammer dat er uit commerciële geldzucht zoveel miscommunicatie ontstaat tussen mensen. Welk mens is beter, het mens dat genadeloos elke, in zijn ogen misdadiger, ritueel vermoord, of die mens die de opdracht geeft om onbewuste signalen stuurt via reclamespotjes en zo het materialisme hoger prijst dan het gevoel om bewust van jezelf en je daden te zijn? Draait het dan uiteindelijk allemaal om geld?
De een vermoord mensen die hun hele leven anderen pijn doen, en de ander roept het gevoel op dat er niets beter is dan nike schoenen in combinatie met een stoere jack met een bontkraag, dat gedoe met die bontkragen id volgens mijn theorie gebaseerd op het paringsgedrag van leeuwen, hoe groter en mooier de manen, des te meer aanzien ze hebben en kans op leiderschap en hoe meer kans ze hebben dat hun genen worden doorgegeven ;).
Door niet te realiseren waar je mee bezig bent, of niet wie, maar wát je eigenlijk bent, ontstaat er miscommunicatie en disharmonie in de maatschappij. Opgaan in de massa kan leiden tot afgunst en afkeer van het geloof in jezelf en in anderen.
En ik wens hierbij balkenende en zijn hele tweede kamer heel veel succes met het oplossen van de “problemen” hier in Nederland, want zo schieten we geen reet op.
Oja, en een gelukkig Nieuwjaar!
Zondag 7 januari 2007, Frank Hooijer"
(Frank Hooijer, 7 Januari 2007)
"Ik had het allemaal al wel eens meegemaakt en niets was mij te dol geweest: eonisme, vice anglais, flaggelatie, ja zelfs koprofagie. Ik was dan ook met graagte ingegaan op de omineus-priapische woorden en lubrieke blikken die "Ellen" tijdens ons gezamelijk consumeren eerder die avond op mij had gericht. Toen we, media nox, eenmaal in haar slaapkamer waren aangekomen, gaf zij steeds minder blijk van doorgaans aan haar toegeschreven mesquinerie. Integendeel,loodzwaar en onvermijdelijk hing het veile sneukelen in de lucht. Binnen no time was de vloer dan ook bezaaid met exuvieën en toonde zij mij haar zinnenprikkelende Junonische leest. Na intiem pidjetten en enige orogenitale schermutselingen (waarbij brod noch javelijn werd ontzien),sloegen wij serieus aan het procreëren. Cunnus en Curacaoënaar leken
welhaast voor elkaar geschapen. Hoewel haar defloratie al enige tijd terug had plaatsgevonden, pandoerden wij als nooit tevoren, daarmee verschillende tenesmen bewerkstelligend. Het is maar goed dat haar echtgenoot van deze sluikmin nooit wat heeft gemerkt..."
(TiTo, mei 2006)
"Schrijf eens over vrouwen en hun plek of plaats in de allesverterende zakenoorlogen.
Want als er stereotype mannen met diep verborgen schaamtegevoelens over hun potentie problemen en erectiestoornis (taboe naturlijk) dan is dat manifest in hun 'vlucht vooruit' in de freudiaanse wapencultuur. Elke geweerloop, elke zwaardere tank is een gestileerd erectiel apparaat vol dodelijke munitie opgepomnt met miljoenen kogels in een spurt naar het doel wat als lustsymboliek een 'lilith' in een duizelige extase zou moeten brengen want zo 'is de kracht van het leger'. Stoere mannen die eerst de vrouwen opgeilen, dan met hun duwtje in de rug erop los gaan om 'de vijand te onthoofden'. Ik als watje moet altijd vreselijk lachen om die serieuze gezichten die de mannen politici en militairen bij hun gepiep, gezeur en gezeik en hun broodnodige verklaringen trekken.
U, als warmbloedige heterovrouw zal zich wezenloos kunnen uitleven 'tussen de hitsige Jantjes'.
Ik stel voor dat u zich een voorstelling maakt over de gang van zaken in de nachten op zo'n nomadenkamp met satellietvererbindingen in de maanloze nachten van de nieuwe woestijnen die worden ontgonnen, namens u en mij, natuurlijk, vanzelf, juist, nee, uiteraard.
Het mag ook wel een andere uiterst vervelende erectiestoornis gaan, de ejaculatie praecox.
Dat gaat dan vast over de linkse oppositie, denk ik dan, kunt u het fijn neutraal houden.
U bent toch op alle kaasmarkten thuis, hard op weg om zich te bekwamen in een genre waar sex met hoofdletters geschreven moet worden. Vooral de sex benadrukken, Lilith. Veel gore geile, harde, wrede sexscenes, met blinddoeken, kidnap, politiehandboeien, touwen en katrollen, gedwongen masturbatie tussen mannen, tussen vrouwen, scarring en kaalscheren en tot huilens toe dat gepomp met dildo's en dat monotone gezoem van vibratoren sfeervol brengen. Vooral geluiden en kleuren beschrijven, daar ben ik gek op."
(Peter Novecento)
"Is er iemand in de zaal die nog wil doneren aan een zielige arme homosexueuele neger met een onbeschrijflijke ziekte zwaargelovig te dom om te leren of te schijten die bovendien een oog mist en denkt dat de duivel soep in een blik stopt want hoe komt het er anders in en tegelijkertijd vreselijk gebukt gaat onder de laatste Tsunami of de vrees daarvoor want zijn geitenoog gaf vanmorgen onheil aan? Of anderszins zijn hypocriete tot op het bot zwarte geweten schoon wil kopen voor een luchtig schijntje of nóg liever zichzelf onsterfelijk wil maken over het lijk van een ander? Nee? Eénmaal? Andermaal? OK, dan ben ik ook pleite en met Marnix mee naar dat gruwelijk dure restaurant. Bovendien is het al na zessen en sta ik in de baas z'n tijd de wereld te redden en zo heb de cao dat nooit bedoeld. Howdoe en de mazzel. "
(Hein Buffelruft, 28 dec 2005)
"De liefde is groots, ze breekt zonder haar gebit te gebruiken door elke granieten kop heen, verzwakt de wil en maakt elke stoere kerel tot een week omhulsel, een schaduw van zichzelf, een brabbelend luierkind, elke vent verandert van binnenuit en geweldloos door haar rijke zegeningen. Je krijgt een rijpe korstkaas als huid en een hart van vloeibaar goud. Verpletterend is ze en zij, de liefde, de warme zomerse, niet de winterharde en verbitterde tak dus, zit nog steeds vol met geheimen waar niemand de sleutel van kan vinden. Mysterieus is ze, als de ondergrondse geheimzinnige dictatuur van wereldwijde, alomvattende bekabeling waarlangs dagelijks kilometers gecodeerde data tussen de continenten flitsen. De liefde is een tectonishe plaat die schuurt en krast en gangen boort voor lavastromen van vleselijkheid en voedzame sappen die op geen enkele dieet mag ontbreken. Daarom is ze schaars.
Tot slot..we heben allemaal een gat van onderen, onthou dat. "
(Nove, relatietherapeut, 3 dec 2005)
"Thanks!
Voor de eerlijke en ijskoude bieren vooraf om de ergste dorst te lessen na een lange en vermoeiende reis. En de Champage daarna in gelukkig niet van die zuinige hoeveelheden maar gewoon ruim bemeten pullen.
Dank ook voor de wonderschone oester die in zijn natuurlijke habitat beschermd en koel lag te wezen toegedekt met een warme dekentje bosui-liefde en een tikje Tabasco-ondeugd onder die deken.
Dank voor de kleinste en schattigste St. Jacobsoesters die ik proefde in Balsamicostroop. Eerbied voor de kort aangebrade en met ontbijtkoek gestoofde kwartel. Ik proefde een tint Orange Marmalade hoewel je zei dat het er niet in zat. Ik hou het erop dat de chefkok zijn geheimen heeft en, hoe hooggeëerd zijn publiek ook mag zijn, ál zijn details zullen ze nooit te horen krijgen.
Met liefde deed ik mijn sommeliertaken en het ‘kut-sommelier’ omdat ik de glazen niet tot de nok vulde, neem ik op de koop toe.
Onder de indruk was ik van je tzatziki met shrimp en rode grapefruit. Zoet en zuur zoals Bitter & Sweet zoals het leven zelf zoals harmonie zo mooi kan zijn.
Ook onder de indruk was ik van je zeewolf met tomatenchutney. Een rode knipoog op een licht in de boter aangezet visje zoals de boter bij de vis behoort te zijn.
Je bewees jezelf door met het produkt mee te koken en de zeeduivel vochtig te houden en over te laten lopen in het bedje van zuurkool omrand door koele en volle crême fraiche en slechts gestopt door mosterd. Het zal mijn gebrek aan woordenschat zijn geweest deze poëtische beleving van samenstelling aan mijn disgenoot heer Visser uit te leggen, aan de wijn waarin het beestje zwom heeft het niet gelegen.
Emotioneel werd ik bij het aangezicht van mijn vrouw in jouw open keuken, verliefd op de chefkok die zijn konijntje aan de haak had geslagen. Uit het konijnengezin weggetrokken, de zuigelingen achtergelaten en deskundig ontdaan van fluffy flaporen en prachtig gevild en daarna één minuutje aangebraden in de volle boter. Ach, je zei het nog, ‘nog even in de oven en gekeken hoe lang’ in antwoord op de vraag hóe lang dan, zoals Sebastiaan Bach ook vindt dat de piano zichzelf speelt. U zij geprezen met bijzondere gaven, maar het zal mijn eenvoudige ziel zijn die het zo ziet.
De ingekookte fond een tikje gezoet nog niet eens meegerekend evenals de witte bonen-truffelpuree en rode kool met vijgen die in een restaurant van naam de kaart had kunnen aanvoeren.
Jammer dat je er niet bij was met de kaas. Het zal de tol van de roem zijn geweest of de spanning van het koken op zulk een hoog nivo. Het siert de man die ook gewoon maar een mens van Vleesch & Bloed is gebleven. Het was uit de kunst hoe wij genoten van een walnoot uit Frankrijk gekraakt op de wals van braakgeluiden die wij van boven hoorden komen. Waarschijnlijk was je druk doende in de homard-naire.
Het dessert ben ik kwijt evenals het betoog dat ik hield, maar dat was ik toen al kwijt. Het betoog hou je van mij tegoed. Ik zal het je vertellen als ik de liefde verklaar aan mijn vrouw zoals jij gisteren de keuken in het algemeen en ons in het bijzonder de liefde verklaarde. "
(Kiers de Maison, 27 november 2005)
"Ach, heer bicat, nu we het over eten en drinken hebben. Ik kan u te allen tijde aanraden, maar toch vooral in de herfst, van de ganzenlever te proeven. Zoekt u daarbij een zo eenvoudig mogelijk bewerkte ganzenlever, dus geen paté, niets met geconfijte uien of anderszins toevoegingen.
U wilt ganzenlever proeven die met de hand is schoongemaakt door een oud boerenvrouwtje die hooguit peper, zout en wat cognac toevoegde en daarna op 70 graden in de oven met de deur op een kier de lever zachtjes liet warm worden. Niet smelten, want dan scheidt het vet van de lever en bent u uw produkt kwijt. Nee, u wilt de lever verwarmen zodat lever, peprer, zout en cognac een geheel gaan vormen. Dat wat u wilt proeven is de waarheid en niets anders dan de waarheid.
Slaat u overigens wel in grote hoeveelheden in, niets zo erg als aan het einde te moeten constateren dat u nog wel wat had gelust. Nee, met veel dingen is het zo dat we nèt even meer moeten eten dan ons lief is. Nèt dat decadente punt van overdaad aantikken.
Schenkt u daarbij een Gewürztraminer en bij voorkeur hoe ouder hoe beter en liever nog een Grand Cru dan een gewone. Maar als u dan toch uit wilt pakken dan komt u niet heen om de Tokay Pinot Gris.
Daarbij geserveerd met warm en geroosterd brioche brood."
(Harrie Stamper, 23 oktober 2005)
"Of die klassieke Suske & Wiske (het was nummer 78 als ik het goed heb): De Kakkende Kakkerlakken, die aflevering waarin Tante Sidonia in haar keuken te maken heeft met een steeds groter wordende populatie kakkerlakken, die voortdurend alles onderschijten, niet in de laatste plaats de biefstuk met friet die Tante speciaal voor Lambik had gebakken, tot grote woede van onze favoriete zeshaarder, die gelijk een spuitbus pakt en erop los begint te spuiten, dit tot groot enthousiasme van zowel Suske als Wiske, die duchtig beginnen mee te spuiten (we hebben het hier duidelijk over de periode waarin Suske en Wiske nog net zo milieubewust waren als George W. Bush die zijn privejet vanuit Kyoto liet terugvliegen naar zijn range in Texas omdat ie z'n favoriete cowboy-hoed was vergeten), maar in de spuitbus van Lambik blijkt een goedje te zitten dat er voor zorgt dat de kakkerlakken de volgende dag het formaat van een jong paard hebben (professor Barabas had een lege spuitbus gebruikt om zijn nieuwe groei-middel te testen en vergeetachtig als hij was, had hij het bij Tanta Sidonia laten liggen, puur uit teleustelling, want ook na gebruik van het groeimiddel had Tante Sidonia de professor uitgelachen toen hij zijn broek naar beneden deed), afijn, nu de kakkerlakken gegroeid zijn, schijten ze nog harder met als gevolg dat tante Sidonia, Lambik, Suske en Wiske hun huis worden uitgescheten, waarna ze Jerommeke erbij halen, wiens enige bijdrage een ENORME scheet is, gelukkig komt professor Barabas eraan met een grote smile op z'n mombakkes en een nog grotere bobbel in de broek die, zo zal even later blijken, amper in staat is de steeds groter wordende penis van Barabas te verhullen met als gevolg dat Tante Sidonia, gek van geilheid, zich op professor Barabas stort die vrijwel onmiddellijk klaarkomt en bovenop een van de reuzekakkerlakken kwakt die dan weer vrijwel onmiddelijk in elkaar krimpt en in het niets oplost, waarna ook Lambik en Suske en Jerommeke hun apparaat bewerken met het groeimiddel, zodat ze de volgende dag, onder de stimulerende leiding van Tante Sidonia en Wiske, de kakkerlakken dood masturberen. Knipoog Wiske. Einde."
(Max J. Molovich, 23 Augustus 2005)
"De vergelijking ‘vleesetend’ en ‘vrouw’ is een natte wensdroom. Het is veelbetekende symboliek dat er aan vegetarische mutaties man/vrouw/ hermafrodiet wordt gewerkt door de wetenschappelijke elite. Weten zij soms meer? Staat ons Armageddon te wachten ? De finale segregratie, het schisma van de sexen en de ondergang van hun zondige sexueel verkeer als geheime wapen om de wereldbevolking eindelijk zonder oorlogen te kunnen reguleren ? Reincarneren in een plantaardig bestaan in een potje aarde van robotformaties die miljoenen grijze racks van vruchtdragende en geurige planten produceren onder uiterst secure en berekende condities , zonder vrij zon of maanlicht, zonder zicht of gehoor, zonder tastzin, zonder geluid van wind en zee."
(nove, 6 Juni 2005) Zelfbeschouwing
"Een man van middelbare leeftijd, beet je te dik, beetje te morsig. Baardje of sik wellicht. En witte schilfertjes sieren zijn gelaat. Hij rookt en hij drinkt, maar in tegenstelling tot wat hij ons graag wil doen geloven, niet teveel. Hij is een ambtenaar, schaaltje 9. verder een liefhebbende vader die zijn frustratie over het uitblijvende en waarschijnlijk nooit meer komende grootse leven heeft verruild voor een soort van komisch cynisme. Hij neemt het niemand kwalijk behalve misschien soms zichzelf, maar dan alleen na een Westmalle Tripel te veel. Hartstochtelijk supporter van NAC of een andere club ten zuiden van de grote rivieren, want dat hij een Brabander is moet haast wel. Zo stel ik mij Kiers voor, maar wellicht is het wel gewoon die homofiele Indo die bij Serudang de lege borden ophaalt..who knows.."
(Andy Möller, Gelsenkirchen)
"Het is vast een meteroloog, een weermenneke met een gesmoorde sexualiteit, eentje met een enorm taboe. Een vrijgezelle biologieleraar met verlatingsangst kan ook. Zo'n eenzaam type die nog steeds bij zijn moeder woont en al jaren lesgeeft in het basisonderwijs. Zo'n anonieme 13 inhetdozijnman die spaarzaam leeft, de piepers schilt en de afwas doet, zo eentje die op de middagwandeling met het hondje van moeders vanachter de krant bij een speeltuin of in het park naar stoeiende of voetballende jochies kijkt en de pijn verzwijgt. Een masochist die het taboe koestert.
Zo'n kleffe smeerlap van een potentiele serieverkrachter met banden in een hechte kerkgemeenschap waarop moeders zo trots is omdat hij naast het lesgeven ook nog als hobby het locale knapenkoor dirigeert. Zo eentje die maar beter melancholieke verhaaltjes moet blijven schrijven.
"
(Nove, 22/11/2005)
"Ach ja, leuk, schrijvers.
Beetje zo in je donkere hol aan de wereld knagen. Puur verongelijkt verdedigen van een door mede niet-aanwezigen geschapen superieure schertswereld. Lurken aan je pijp. Pijpen aan je lurk. Woorden in langgerekte nadenkzinnen omzetten. Protserige taalvlekjes. Huilerige holheden. Fletse vondsten. Massieve monomane monsters. Een zielige berg toevoegingen aan de duistere put die al veel te lang overstroomt door de gemankeerde bijdragen van nerveus krabbelende geesten met een ongepast gevoel van eeuwigheid.
Die sfeer.
Geef mij maar parkeerwachten.
"
(Marnix, 21/11/2005)
|
|
|