stoel
 
 

Navigatie

de voorplecht
louter proza
louter poëzie
liaisons
nostalgie

colofon/contact





Dankbaar

Uitgelogd

Huishoudelijk

5 oktober 2005

Advertentieboer webstats4u, voorheen nedstat, kan de vinketering krijgen. Vanaf vandaag verdwijnt deze teller, de bezoekcijfers zijn bewaard voor het nageslacht en voortaan tellen we verder met Awstats. Koffiebonnen kunt u ophalen bij Tante Miep.

  Even goede vrienden - Peeter Burgeik

Maandag, 13 Juni 2005

Even goede vrienden

Roemer was op tijd, de journalist was te laat, echt veel te laat. Roemer maakt het niks uit dat de journalist te laat is. Zelf komt hij nooit te laat. Want als Roemer vergeet of vertraagd is, gaat hij gewoon niet meer. Zo blijft er tijd over voor aangenamere dingen dan het misnoegen van anderen over de aanstootgevende zonde dat je ergens te laat gekomen bent, dat je tenminste toch nog gekomen bent. Als Roemer de journalist zwaaiend aan ziet komen lopen, voelt hij zich eigenlijk een beetje teleurgesteld. Roemer had nog best een uurtje gewoon willen zitten niksen in de zon.

Hij was een beetje in de war, vertelde de journalist aan Roemer, terwijl hij de vier, nee vijf, broodjes haring voor hun lunch aanschafte. Zijn leven ging op de schop. Er was een derde kind op komst. Onverwacht. Volkomen onverwacht en de journalist had alleen een linker- en een rechterhand en daarom vond hij drie kinderen eigenlijk eentje te veel. Voorop de fiets kon hij een kind vervoeren en achterop. Maar waar moest die derde dan? Dat betekende dat er opeens een auto moest worden aangeschaft. Dus kwam er nu een einde aan het applaus. Brood op de plank was belangrijker dan de stille bewondering voor een opening van de vrijdagkrant waarvan de journalist eigenlijk het meest genoot. Nu moest het tempo van de jacht op de primeur die altijd ergens op een loer ligt echter zo spoedig mogelijk worden ingeruild voor voorspelbaarheid, een vaste betrekking met dito salaris, dito periodieke verhogingen en voor alles: dito werktijden.

Althans, dat had de echtgenote van de journalist gezegd. De journalist wist het zelf zo net nog niet en daarom somberde hij nu een heleboel somberheden. Dat hij nog niet aan al die zekerheid toe was. Dat voorspelbaarheid en vastigheid niet-bestaande illusies zijn. Dat voorlichting tegenwoordig vooral neer zou komen op goedbekkende leugens, maar dat hij verder ook niet wist wat hij anders zou kunnen gaan doen. Roemer begint aan zijn tweede broodje haring. Het broodje is bruin en zonder boter; de haring zwemt in de uitjes. Het is een best broodje; het beste broodje haring van de Stad en misschien wel van het Land (en daarmee van de hele wereld). Roemer heeft er een blikje bubbelwater bij bedongen, waarschijnlijk op kosten van Het Dagblad – de journalist heeft namelijk om een bonnetje gevraagd, wat heel wat commotie bij de visstal opleverde. De voeding is gezond. De zon schijnt. De monoloog van de verslaggever duurt ondertussen onverminderd voort, merkt Roemer. Dat verbaast, maar komt eigenlijk ook wel weer goed uit. Roemer kan het beste nog maar een tijdje zwijgen. Dat zal zijn reputatie als luisterend oor goeddoen. Luisterend oor, toeziend oog, groot hart... wat wil een mens nog meer. Je hoeft eigenlijk niets te doen, peinst Roemer. Zo'n vriendendienst is reuze gauw gedaan en het kabbelend babbelend ritme van het gemopper slaat de ideale maat om naar andere plaatsen af te drijven. Als zijn gesprekspartner stil zou vallen, hoeft Roemer om toch een goede en alerte indruk te maken louter zijn magische formule uit te spreken: 'Maar je moet natuurlijk wel realistisch blijven.'

De magische formulering kan altijd, tegen iedereen, in ieder gesprek (ja zelfs in iedere bespreking) worden aangeroepen. Je moet natuurlijk wel realistisch blijven – Roemer vindt de realiteit vreselijk en deprimerend. Maar de magische formule heeft hem al vaak uit netelige situaties kunnen redden. Daarom is hij altijd en overal bereid de toverformule te gebruiken. Omdat hij zich dan ongestraft op enige afstand van de realiteit kan begeven.

Het blikje is inmiddels leeg en netjes in een vuilnisbak geworpen. De bomen in een krans van mager zomergroen werpen wat schaduw. Niet te veel en niet te weinig. Roemer kijkt naar de eenden die racen om de stukjes brood te pakken te krijgen die door twee kinderen in de grote vijver worden gegooid. Vanaf het bankje waarop ze zitten, hebben de journalist en Roemer er een prima uitzicht op, maar de journalist ziet het niet en Roemer ziet wat anders. Vroeger gaf Roemer ook graag brood aan de eendjes, maar zijn liefde voor vleugels is ernstig bekoeld door een voorval. De opa van Roemer hield waarschijnlijk meer van vogels dan van zoogdieren. De grootvader had drie grote voličres met zangvogels, een veld met felle bijtende ganzen en twee weides met heel veel scharrelkippen. Roemer ging er graag logeren. Hij vond het leuk maďskorrels en andere granen te strooien. En als er kuikentjes waren die net onder de warme lamp waren uitgekomen, was het zo vrolijk in het kippenhok. Op een dag vroeg zijn opa: 'Zoek jij een mooie kip uit?' Roemer deed zijn best en koos die met de roze staart. De grootvader sloeg de kip met de roze staart dood. Hij sloeg drie keer. Het bloed spoot rond. Iedere keer als de hamer de kop raakte. Na dat voorval had Roemer nooit meer iets van liefde voor een dier laten merken. Aan niemand. Toch kan Roemer weer wel stilletjes genieten van kinderen die plezier hebben in het voeren van de eendjes.

'Je moet natuurlijk wel realistisch blijven,' zegt Roemer. Dat zet de journalist behoorlijk aan het denken, echt aan het denken. Zo heeft hij het nog nooit bekeken. Dat is waardevol advies. Ja, Roemer is een waardevolle vriend. Hij zou hem vaker moeten spreken, denkt de journalist. Je kunt wat van Roemer opsteken. Ondertussen pakt Roemer het derde broodje haring. Van denken krijg je honger.

door Peeter Burgeik

  Types - De Prostituee
  Types - De Buurvrouw

Ik krijg koppijn van denken.
bromde Vilé () (URL) om 11:15 (op Maandag, 13 Juni 2005)

Godsamme, een weekend niet nagedacht en dan krijg je dit op je rauwe kouwe dak.
bromde Kiers om 11:49 (op Maandag, 13 Juni 2005)

Zo! de zomervakantie is geboekt!Prachtige foto’s uit de folder (zie link); Enkeltje Leros Iemand nog mee?

http://www.gerlo.nl/Leros/index.htm
voor foto’s

1980: de ontdekking
1990: de evaluatie
2000: de cencuur?

1980: De ontdekking

Leros

De laatste avond in Griekenland. Wellicht dat ik wat uit mijn pen krijg. Als ik de afgelopen weken bezie, is het of ‘de hel van Dante’ is opgevoerd. Een niet aflatende stroom van beelden en geluiden gaat door mijn hersenen. De laatste dag op Leros, het lijkt een eeuwigheid geleden.

Gisterenochtend met het mooie weer op mijn brommertje op weg naar Lepida, de mannenkliniek. Er moet bij de ingang gebeld worden om een fiat te krijgen van de president van de kliniek; “Dat noordelijke type, kalend en hij ziet eruit alsof hij doodziek is? O.K., dat is hem. Laat maar door.” Hoestend en proestend rij ik verder over het terrein, dat ik inmiddels vrij goed ken. Links ligt het beruchte zevende, de afdeling van de ouder geworden zwakzinnige jongeren. Daar zal ik straks naar toe gaan. Links en rechts van mij zijn ‘verpleegkundigen’ aan het schilderen! Alles wat los en vast zit: muurtjes, deuren, hekwerken. Maandag komen de belangrijke mensen langs van het ministerie en de E.G., voor even wordt deze bouwval weer mooi aangekleed. Men is al aan het oefenen met de patienten om kleren te dragen. Rechts van mij is nu een overmaats voetbalveld, breed uitgestrekt voor het voormalige paleis van Mussolini. Nu doet het dienst als paviljoen elf. Honderden mannen lopen ongecontroleerd rondjes op hun eigen vierkante meter. Een vijftigtal ligt als een zooitje hippies door en over elkaar heen voor een klein muurtje dat recht op de zon staat.

Hiervan moet ik opnamen maken. Maar het stoot me af. Ik durf er niet midden in te gaan staan. De mannen slechts gehuld in een vaalgrijze jutezak hebben voor mij een onzichtbare barriŹre gemaakt. Ik loop erlangs, de beteren spreken mij aan, “I’ve been in Montreal, Australia” of “Siamo matti” (we zijn gekken). Veel mensen hebben gevaren of spreken italiaans, door de lange bezetting van de Italianen van het eiland tijdens en na de laatste wereldoorlog. Ik zeg wat terug , draai een shaggie voor ze. Nu het ‘elfde’ in. Mannen die niks doen. Hangen, liggen, zitten in de grauwe donkere gangen. Ik maak wat opnamen. Eigenlijk ben ik te ziek, ik schakel over op de automatische piloot en probeer mijn gedachten alleen nog bij het kader te hebben.

Nu wat afdelingen af. Overal zijn ze aan het schilderen, maar de situatie wordt er eerder troostelozer van. Op het ‘zestiende’ probeert de tweede psychiater mij van zijn goede bedoelingen te overtuigen. Boven wordt een ruimte ingericht voor resocialisatie, buiten krijgen de mannen een kip en een geit.

Buiten schijnt de zon maar deze mensen kunnen niet naar buiten, ze reageren źberhaupt niet. Platgespoten mummies in een hoek bijeengedreven omdat hun ruimtes moeten worden schoongespoten, de stront moet van de muren.

Terug langs het voetbalveld. Langzaam trekt een stoet van een paar honderd mannen op naar het elfde. Er wordt gegeten. Langs andere afdelingen; puin en troep. Ik raak steeds meer emotioneel geblokkeerd. Dan naar het zevende. Een lachend meisje van vijftien, achttien, twintig?, zwaait naar me vanuit de gang. Een vrolijk gezicht op een volkomen mismaakt lijf. Haar benen liggen naar links en naar rechts uitgespreid. De bewakers slaan op tilt, dit is lang niet gebeurd. Bellen! Je doet maar, ik kijk alvast rond. Gelukkig kan ik slecht ruiken, al dringt zelfs nu de gore lucht in mijn neus. In een soort schuurtje buiten het gebouw, half onder de grond, zitten zo’n dertig jongeren bij elkaar. Als ik hoest zitten er drie grapjassen mee te hoesten. EŽn van hen zit de hele tijd te neuri‘n, elke keer dezelfde deun. Op den duur maakt het me gek.

God betert dat in deze ruimte waar vrijwel iedereen op de grond zit een lilliputter de bewaker is. De gruwelen van de hel waar allen tezamen worden gedreven in hokken van twee meter hoog, alle ramen openstaan en ieder zich zo nu en dan probeert te verwarmen aan de met gaas omwikkelde kachel.

Weer naar boven de zalen op. Een kleine zaal, de gordijnen dicht. Acht wezens liggen vastgebonden op bed. Een is uit bed gehaald en zit nu kotsend op de vloer, na de vissoep. Alles onder de rotzooi. De zuster komt binnen en legt iemand onder de dekens om te bedekken voor mijn foto’s. Wellicht dat zondagavond de soepjurk vervangen gaat worden.

Langzaam moet ikzelf kotsen en voel me goddomme steeds zieker worden. Ik loop verder en zie in een hoek een kind liggen. Vastgebonden aan haar bed. Overmand door emoties loop ik het terrein af, zonder nog een foto te kunnen maken. Dit kleine kind is drie‘ntwintig, maar met de ontwikkeling van een driejarige. Vanaf de geboorte in deze puinhoop, stil te wachten tot het doodgaat.

‘s Avonds op de boot lig ik in mijn slaap te ijlen van de koorts.

1990 De evaluatie

Leros. Een beeldschoon Grieks eiland, het kleinste van de Dodekanezen, vlak bij Turkije en het veel bekendere eiland Kos. Tussen 1912 en 1945 bezet door de Italianen, wier dictator Mussolini het eiland vulde met vreemde gebouwen. Na de oorlog stuurden de zesduizend bewoners een smeekbrief naar de toenmalige koning Pavlos, met een verzoek de ingestorte economie op te vijzelen.

De koning besloot om een ‘koninklijke technische. en huishoudschool’ op Leros te stichten, want al die gebouwen van Mussolini stonden toch maar leeg. Maar wat moesten de Lerioten met zestig schoenmakers, zeventig timmermannen, vijftig loodgieters en tientallen koninklijk in de huishouding opgeleide dames? De scholen gingen weer dicht. Er ging een tweede petitie naar het paleis. In 1957 werd, alweer door een koninklijke beslissing, de ‘Psychiatrische Staatsinrichting van Leros’ in het leven geroepen.

Alle bestaande inrichtingen in Griekenland werden verzocht om pati‘nten naar Leros te sturen. Dat lieten ze zich geen twee keer zeggen. De zwaarste gevallen, degenen die ‘ongeneesbaar’ werden geacht, die het etiket ‘hopeloos geval’ opgeplakt hadden gekregen werden geselecteerd en per schip naar Leros getransporteerd. Binnen een paar jaar ontstond er een getto van meer dan tweeduizend zwakzinnigen, schizofrenen, psychiatrische pati‘nten en debiele epileptici. Mannen, vrouwen en kinderen die meestal geen familie meer hadden en die de overige inrichtingen liever kwijt dan rijk waren. Er werd een speciale regeling getroffen waardoor de eilandbewoners zonder enige medische opleiding als ‘schoonmaker’ of als ‘bewaker’ binnen de kliniek de rol van verpleegkundige konden vervullen. “Zoals we vroeger geiten hoedden, zo hoeden we nu gekkenÓ, zeiden ze zelf.

Sindsdien is het eiland voor meer dan zeventig procent economisch afhankelijk van de inrichting. Van de zesduizend bewoners werken er duizend in de kliniek. Volgens een recente studie is Leros wat scholing betreft een van de meest achtergebleven streken van Griekenland. De meeste jongeren maken nauwelijks de middelbare school af. Ze weten dat ze In het ‘gekkenhuis’ terecht kunnen. Toerisme, zoals op de andere eilanden, is er nauwelijks.

Het bestuur van de inrichting is, zoals in alle Griekse staatsinstellingen, politiek benoemd. De voorzitter is machtiger dan de plaatselijke burgemeester ‑ de gemeente heeft immers veel min. der werknemers dan de inrichting en de positie van bestuurslid gaat met grote politieke en economische belangen gepaard. Politici van rechts en van links kunnen slechts op een carriëre hopen als ze hun electoraat van één ding verzekeren: het voortbestaan van de inrichting. Sluiting van de kliniek of alleen al verandering is ketterij. Zelfs wanneer met verandering verbetering wordt bedoeld. De angst bij veel Lerioten dat ze hun bron van inkomsten zullen verliezen is groot.

Aldus geraakte Leros met haar kolonie van sociaal verdoemden in vergetelheid. Voor de Lerioten is dat niets nieuws. De eilandbewoners zeggen zelf dat ze altijd door iedereen en alles vergeten zijn ‘omdat ze zo ver weg van God en Athene wonen’. Aangezien Leros bekend staat als ‘nationale psychiatrische vuilnisbelt’ wil geen enkele Griek er eigenlijk aan herinnerd worden. Iedereen is immers medeplichtig: de plaatselijke bevolking, hoewel de Lerioten altijd zeggen dat het hun schuld niet is; de toenmalige psychiaters die verantwoordelijk waren voor de gekkenverbanning; de politici die hun gevoel voor ethiek in de verkiezingsstrijd altijd weer wisten te onderdrukken; de Griekse ministers van gezondheid die door de jaren heen niets aan de algehele psychiatrische hulpverlening en medische wetgeving van hun land gedaan hebben gekken weinig gelegen liggen. Totdat vorig jaar september de Engels krant ‘Observer’ stuitende foto’s publiceerde van spiernaakte zwakzinnigen in volkomen verwaarloosde en lege ruimtes. De koppen logen er niet om: ‘Grieks geestelijk gehandicapten in concentratiekamp op eiland’ en ‘Eiland van de levende doden’. Dertienhonderd debielen bij elkaar opgesloten, van wie velen op gore matrassen in hun eigen uitwerpselen lagen, voor wie slechts twee psychiaters beschikbaar waren.

De wereldpers stortte zich op het onderwerp. Stomverbaasd zagen de lerioten een eindeloze rij journalisten, fotografen en cameramensen aan zich voorbij gaan.

Mevrouw Kepi Karanikola is de enige psychiater voor 350 vrouwelijke zwakzinnigen. Haar territorium bevindt zich in het dorp Laki, niet ver van het administratiegebouw van de inrichting. Het terrein is omgeven door ijzeren hekken met dik kippengaas. Zwakzinnige vrouwen koesteren zich in de warme winterzon en lijken volkomen ongeďnteresseerd in de nieuwkomers. Een paar strekken hun armen naar ons uit en vragen om sigaret. ten. EŽn dame, Maria, wijst ons het kantoor van ‘mevrouw de dokter’ en roept dat ze 35 kinderen heeft en dat haar man haar morgen komt halen omdat ze alweer zwanger is. Ze is de eerste, na diverse onjuiste verwijzingen van de portier, die ons de goede wegwijst.

Karanikola is een strenge, maar opgewonden verschijning. Ze zit in een kaal kantoor met summiere verlichting en een kachel die het niet doet achter een bureau vol paperassen. Ze schreeuwt voortdurend door de telefoon die om de haver. klap rinkelt. Als ze ons ziet wijst ze onmiddellijk naar de deur. Van de pers wil ze niets weten. Allemaal leugenaars. Waarom kafferen ze altijd de Lerioten en in het bijzonder háár uit? Het is toch niet háár schuld? “Hoe kan ik in godsnaam m’n werk doen?” foetert ze. Ik zit hier al dertig jaar. Ik weet er alles van. Ik kan al jaren lang geen behoorlijke diagnose maken want ze schepen me op met bureaucratische rompslomp. Tonnen papier naar Athene en terug. Mijn patiënten hebben geen deugdelijke bedden om op te slapen. Waarom? Omdat ik toestemming moet hebben van het ministerie om nieuwe bedden te kopen. Dat gaat niet zomaar. Dan moet er een wedstrijd in héél Griekenland gehouden worden voor wie de goedkoopste maar ook de beste bedden aanbiedt. Dan moet een commissie van het ministerie die aanbiedingen bestuderen. Voordat er een beslissing komt gaat er minstens een jaar voorbij. Dan gaan de vakbonden van beddenmakers staken. omdat ze het niet eens zijn met de beslissing en dan gaat er weer een jaar voorbij. En ondertussen schrijven jullie in de krant dat de gekken in Leros op zulke slechte bedden slapen.

Er komen verschillende patiënten binnen die rustig gaan zitten en zelfs om koffie vragen totdat Karanikola ze er allemaal uitdondert, dreigend dat ze de kachel naar hun hoofd zal gooien, want die is toch al kapot. Ik ben veel te democratisch‑, verzucht ze, “daarom komt iedereen zomaar bij me binnenlopen. Wat moet ik ook? Ik heb totaal geen personeel. Niemand wil in Leros komen werken. Afgestudeerde verpleegkundigen en artsen zitten liever in Athene of in Thessaloniki of waar dan ook op hun gat in een dure priv‑kliniek. En waarom niet? Met het rotsalaris dat de Griekse staat in inrichtingen als deze betaalt? Het is dat ik hier getrouwd ben. Anders was ik ook al lang weg. Het is allemaal de schuld van de bureaucratie. Laat ze maar een wet maken dat er hier beter betaald moet worden. Dan zal je zien hoeveel dokters er bier opeens zijn.” Het is allemaal de schuld van de Pasok (de socialistische partij van Papandreou), die tijdens het achtjarige bewind heel Griekenland naar de knoppen zou hebben geholpen. je zouden hier met Papandreou moeten doen wat ze in Roemenië met Ceausescu gedaan hebben”, roept Karanikola terwijl we proberen de deur te bereiken. “Sinds de Pasok werken de Grieken niet meer. Ze hebben nergens meer respect voor.” Over met welk soort medicijnen ze haar patiënten behandelt hebben we het maar niet meer. Vanuit het roept ze ons na: “Hitler was zo gek nog niet. Dat is wat we hier nodig hebben, Hitler. Als ie hier zolang zit als ik, word je net zo gek als de rest.” We twijfelen er niet aan.

In de vrouwenkliniek is er, alweer in afwachting van het beloofde EG-project, volgens Karanikola ‘een experiment’ gaande. Twee Nederlandse psychiatrische verpleegkundigen, de opvolgers van Vincken en Peeters, hebben negen vrouwen uit het meest verschrikkelijke paviljoen van de vrouwenkliniek gehaald: uit het beruchte Tweede. De twee struise, blonde no‑nonsense‑dames, Irma van Dongen en Roze van Kessel, willen na de onaangename ervaringen van hun voorgangers eigenlijk liever niet praten. Ze zijn voorzichtig. Ze willen vooral gewoon hun werk doen. De pers brengt maar narigheid en misverstanden. Na een tijdje trekken ze bij. Irma is net gearriveerd, Roza zit er al langer. Ze heeft haar hart aan Leros verpand. Roze vertelt hoe ze eind vorige zomer met veel pijn en moeite een leegstaand huis binnen de kliniek voor het ‘experiment’ konden bemachtigen. Ze kregen de benedenverdieping. Het duimde maanden voordat de boel geverfd was en er elektriciteit, een boiler en een badkamer waren.

Mysterieus
Roze: Met is heel mysterieus. Je kan nooit de mensen vinden die je nodig hebt voor de eenvoudigste dingen als keukengerei of spijkers. En het is nooit iemands fout. Maar we moeten doorzetten. Als je hier een tijdje bent word je heel simpel: als we eindelijk stromend water of nieuwe theekopjes krijgen staan we te dansen van vreugde.” Kachels en bedden hebben ze nog niet, maar intussen is het nieuwe huis genoeg opgeknapt om de negen uitverkoren dames tenminste ’s ochtends, van negen tot twaalf, uit het Tweede te halen. Ze worden bijgestaan door een paar personeelsleden van Leros die interesse hebben getoond voor het werken met zwakzinnigen op een andere manier.

Sinds kort werken Irma en Roza samen met een jonge Griekse psychiater, Domna Tsaklakidou. Domna: in het begin werd ons gezegd dat die 57 vrouwen uit het Tweede stuk voor stuk hope­loze gevallen waren. Het waren beesten, die niet naar het toilet wilden en die nu eenmaal naakt waren omdat ze toch altijd de kleren van hun lijf scheurden. Roze en haar collega hadden de vreselijke opdracht om uit die mam naakte licha­men naar willekeur een paar vrouwen te kiezen. Criteria waren er niet. Toen ik kwam hadden ze het meeste werk al gedaan. Diezelfde beesten zijn nu normale zwakzinnigen. We kleden ze aan, we zingen, praten, tekenen en borduren met ze. EŽns in de week gaan we koffie met ze drinken in het dorp. Of de plaatselijke bevolking het nu leuk vindt of niet. Heel af en toe plast er nog wel eens eentje in haar broek. Maar wat wil je na tien jaar of meer in het Tweede!’

Het wachten is op de bedden, zodat de negen dames ook in het nieuwe pand kunnen slapen en nooit meer terug hoeven naar het Tweede. Roza: “Het is nu al bewezen dat het dus wel anders kan dat met een andere benadering, met meer tijd voor persoonlijk contact en een intensievere verzorging van ‘mensonwaardige’ wezens weer mensen gemaakt kunnen worden. Mensen die reageren, die lachen of huilen. Een vrouw van ons heeft na twintig jaar in haar nakie in het pen gepakt. Ze bleek te kunnen schrijven. Nu schrijft ze iedere dag een verhaal.”

Domna, Irma en Roze staan er op dat we het Tweede even zien. “Anders kan je niet begrijpen wat we hier doen.” Eenmaal binnen worden de gruwelijke foto’s van de Observer werkelijkheid. Het verschil tussen de vrouwen die hier wezenloos rondlopen en de vrouwen die we net daarvoor in het nieuwe huis hebben gezien ‘is ongelooflijk. Er wordt een hok voor ons opengemaakt, binnen zit een tiental lichamen gehurkt tegen elkaar op vochtige dekens nerveus te wiebelen. Ze kunnen niet goed lopen, vandaar dat ze hier zitten, wordt ons gezegd. Een spichtig wezentje schrik zo van ons dat ze van de weerom. stuit begint te poepen. Als ik na een tijdje aan de zuster die naast me staat vraag of ze dat nu niet gaat schoonmaken, zegt die dat ze vanochtend al heeft staan schrobben en dat de volgende wacht de rotzooi maar moet opruimen.

“Kijk”, zegt ze, ,,ik ben van de Pasok. Ik werk al zeven jaar hier. Ik zat vroeger altijd op een heel fatsoenlijk paviljoen. Maar na de afgelopen verkiezingen is de bestuursraad van het ziekenhuis hier veranderd van Pasok in Nea Democratie (de Griekse conservatieve partij, red.). Toen hebben ze iedereen die links was uit de goede paviljoens gehaald en in de rottigste gezet. Ik zit hier voor straf. Ik steek geen poot meer uit.”

Roza: “Onze taak is behalve het werken met onze patiënten ook het opleiden van het personeel hier. En dan krijg je direct met dit soort problemen te maken. Typisch Grieks. Alles is politiek. Vooral in Leros. Ons kan het niets schelen of iemand links of rechts is. Ons uiteindelijke doel is dat ooit alle vrouwen uit het Tweede weg gaan. Ondertussen moeten we in de huidige situatie het hoofd boven water zien te houden. Maar dat EG‑project moet wel gauw komen, anders redden we het niet.”

Drie kilometer verder, aan de andere kant van de baai, ligt Lepida. De mannenkliniek. De jonge psychiater Iannis loukas heeft de verantwoordelijkheid over 760 patiënten. Hij werkt er pas twee jaar en sinds zijn komst is er veel veranderd. Hij heeft een team van over het algemeen jonge ongeschoolde verpleegkundigen van Leros om zich heen geschaard en is begonnen op grote schaal de boel te veranderen, Bureaucratie of niet. Loukas is klein en gezet. Boven een dikke Griekse snor lachen een paar intelligente ogen. Hij is op, een verlegen manier beslist charmant en er, hangt een bijzondere sfeer rond de man. De leden van zijn team lijken voor hem door het vuur te gaan. De patiënten ook. Als hij ons rondleidt door het Elfde paviljoen, het grootste van de mannenkliniek met zo’n driehonderd patiënten, snellen ze op hem toe om hem te knuffelen. Zonder enige moeite deelt hij liefkozingen en schouderklopjes uit. Loukas vertelt honderd uit: over zijn strijd om de bewakers er toe over te halen om de autoritaire, witte jas uit te doen, over zijn strijd om het medicijngebruik te minderen en om voor anderen vergunning te krijgen om overdag de kliniek te kunnen verlaten. Over het opknappen van de;,verdiepingen, stukje bij beetje, over de nieuwe wc’s, over de nieuwe tafels en het nieuwe plastic servies waar hij anderhalf jaar op gewacht heeft. “Het is ontzettend moeilijk om de mentaliteit van het personeel hier te veranderen. Angst is het grootste obstakel. Angst voor het onbekende, voor ‘iets anders’. De mensen moeten hier opgeleid worden met onbegrijpelijke vol dure woorden als ‘subjectieve ongesteldheid’ of ‘objectieve diagnose criteria’, zoals sommige hoge heren uit Athene hier komen vertellen. De meeste mensen die hier werken kunnen nauwelijks lezen en schrijven. Het gaat er om dat je zo iemand bij de hand neemt en zegt Kijk, dit is een pati‘nt, geen beest. En jij bent m’ om hem te helpen.”

Het meest indrukwekkende is het werk van Loukas en zijn medewerkers in het Zestiende. Wat het Tweede is bij de vrouwen is het Zestiende bij de mannen. Afgelopen zomer waren hier nog 133 mannen in de meest mensonterende levensomstandigheden. Nu is dat aantal gehalveerd alleen op de eerste verdieping. De begane grond is geheel opgeknapt en er wordt gewerkt met, patiënten die ‘van boven’ komen. Als ze eenmaal goed genoeg zijn, gaan ze naar een ander paviljoen. Het was de bedoeling dat Loukas in korte tijd het Zestiende zou sluiten. Maar sinds de collega’s van Thessaloniki zijn vertrokken en het EG‑project op zich laat wachten stagneert de hele zaak. Het personeel kan de veel te zware dag‑ en nachtdiensten bijna niet meer aan.

Loukas: je kan je kop erover breken waarom sommige dingen niet gewoon gebeuren. Politieke machtsspelletjes, sabotage, bureaucratie, die vind je overal. Alleen in Leros krijgt zoiets dan catastrofale proporties.” Het oponthoud van het EG‑project zou deels te wijten zijn aan tegenwerking van de gevestigde psychiatrie in het land. Het gerucht gaat zelfs dat die beroepsgroep de minister van gezondheid heeft overgehaald het project definitief niet goed te keuren.

Loukas: “Niets is in Griekenland zeker. Maar als het waar is, is het een ramp. Soms vraag ik me af of het niet beter is om maar helemaal niets te doen. Nu hebben we ze hoop gegeven en moeten we die hoop misschien weer wegnemen.
Het is niet duidelijk of hij het over zichzelf en zijn medewerkers heeft of over zijn patiënten

2000: De cencuur

Niets.
bromde Vilé () (URL) om 12:12 (op Maandag, 13 Juni 2005)

test!
bromde test om 12:52 (op Maandag, 13 Juni 2005)

Staat nog niet ingschakeld op denken

Maar toch een goedenmiddag saam!
bromde CiNNeR (URL) om 14:04 (op Maandag, 13 Juni 2005)

Tosti!
bromde Marnix (URL) om 14:11 (op Maandag, 13 Juni 2005)

Dan wil ik wel even de moeder voor mijn rekening nemen nu ik toch net in de buurt ben.
bromde urbain alpain (URL) om 14:50 (op Maandag, 13 Juni 2005)

Hoor eens ik haat je,
ik schreef dat je lief was en licht – en nog wat onzin over je gezicht
maar nu haat ik je, god wat haat ik je.

Die neus, dat hoofd, die paardenbek,
die ogen en die gierennek
dat kraagje en dat bloemkooloor
met al je slierten haar ervoor.
bromde Ingmar Heytze om 16:55 (op Maandag, 13 Juni 2005)

Realistisch blijven? Hoezo? Daar voel ik nou helemaal niets voor.

Vilé, kun je dat langste comment uit de geschiedenis niet gewoon als verhaal laten keuren? Dat leest vast gemakkelijker.
bromde Adriana (URL) om 17:08 (op Maandag, 13 Juni 2005)

∗ scrollt zich de touwtakketyfus ∗

U heeft gelijk, vrouwe A. Dit is niet meer vol te houden, dat ‘even de reaguursels bekijken’.
bromde Eduardo om 18:09 (op Maandag, 13 Juni 2005)

∗ Sluit zich tevens aan bij urbain alpain ∗

Nou!
bromde Eduardo om 18:13 (op Maandag, 13 Juni 2005)

:: hipsz ::

...brps en dan is het pas anderhalf uur in aperitieftijd en pas maandag. Ik zou dus best Wijngaarden van achteren willen heten, misschien dat ik er dan beter tegen kan.
bromde Kiers om 18:35 (op Maandag, 13 Juni 2005)

volgens mij is dit het langste comment in geschiedenis van bicat. Als ik iedere keer zoveel moet lezen, kom ik niet aan schrijven toe…

Aha.. dat was de bedoeling
bromde ome peet (URL) om 18:56 (op Maandag, 13 Juni 2005)

Doe maar Van Wijngaarden dan Kiers. Dat klinkt beter.

Oh ja. De beste Roemer. Tot nu toe. Vind ik.
bromde Lennard (URL) om 20:06 (op Maandag, 13 Juni 2005)

Het valt niet mee om een register accountant te zijn.
bromde karel om 20:58 (op Maandag, 13 Juni 2005)

∗ bwarps ∗
bromde Eduardo om 22:33 (op Maandag, 13 Juni 2005)

ik kon t volgen! vooruitgang!
bromde grtsjlnkjl om 00:25 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Verdomme, wat laat ik me makkelijk pakken door Roel.

:: gaat op handen en knieën zitten ::
bromde Kiers om 00:27 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Zie ik slechts 22 commentaren staan maar stiekem zijn het er mooi veel meer! ??Gaat snel op zoek naar een camera om Kiers van zijn beste(?) kant te schieten??
bromde CiNNeR (URL) om 00:53 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Zalige dag, weer!

Hoog tijd om de radijs te blancheren.
bromde Marnix (URL) om 08:35 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Besnijden kan wel zoveel betekenen!
bromde L*U*L (URL) om 09:17 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Naaien eveneens!
bromde V*A*G*I*N*A om 10:29 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Zo komt er op den duur geen mens meer door. Doet me een beetje aan de weekendbijlage van De Morgen (of andere kranten) denken. Laten we elkaar niet al te zeer belasten met woorden want het wordt tenslotte zomer, beste mensen!

Schuift condoom over bloeiende cactus
bromde urbain alpain (URL) om 10:35 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

A: Soms wil je iets van de daken schreeuwen. Als het van jezelf is: Ja. Als het van anderen is is een linkje te min. Vandaar. Heb je de foto’s van Leros al bekeken?
Had e.e.a. wel in kunnen korten (ja, lang hč?).
valt van dak
bromde Vilé om 10:46 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Het zijn natuurlijk schrijnende toestanden, Heer Vilé, dat zeker! Vooral dat u daarnet blijkbaar van uw dak bent gesukkeld. Zijn daar ook foto’s van?
bromde urbain alpain (URL) om 12:25 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Het is dat u er mij attent op maakt, heer Kiers, maar die cactus ziet er inderdaad een stuk minder uit.
bromde urbain alpain (URL) om 12:28 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Met de juiste waarschuwing vooraf moet het eigenlijk wel kunnen. Laat maar gewoon zien Kiers. Of zit je een beetje te bluffen?
bromde Lennard (URL) om 14:16 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Wil er anders iemand mijn achternaam lenen?
Ik doe er vandaag de rest van de dag toch niks meer mee.

Druk bezig met HEET NIEUWS!
bromde Hoof om 14:55 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

“Hotnews” op Jetix, met Yoka Verbeek? Doe je daar iets mee? Of toch iets met satelieten en voetbal?

Ik gok op voetbal.

:: F-vijft hoofspot nog maar een keer ::
bromde Lennard (URL) om 16:12 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Via via ben ik in het bezit gekomen van het papieren zakdoekje waarmee Michael Jackson zijn ogen depte tijdens de vrijspraak, wie biedt?
bromde Salesman om 19:33 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

∗ bestelt condoomplant ∗

∗ spuit tussentijds in zakdoekje ∗

Niemand zeggen!

∗ draaft weer door ∗
bromde Eduardo om 21:18 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Of het is een vingerplant die heel safe bezig is. Dat kan ook.
bromde Hoof om 21:26 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

Goh. Wat een haastwerk daar.

?vraagt zich af of knippen en plakken van sterretjes werkt?
bromde Hoof (URL) om 23:29 (op Dinsdag, 14 Juni 2005)

:: eet heel veel bonen en een paprika ::

:: wacht een uur ::

:: zet ster open maar geeft geen druk ::

:: laat one-toner ::

:: knijpt ster dicht tot spleetje en geeft druk ::

:: laat two-toner ::

WOW!!
bromde Kiers om 00:04 (op Woensdag, 15 Juni 2005)

::Ow, kan het zo ook::
bromde CiNNeR (URL) om 00:42 (op Woensdag, 15 Juni 2005)

slOW; het is nog vroeg…..
bromde Vilé om 08:55 (op Woensdag, 15 Juni 2005)

:: schijt broek vol ::

Môgge.
bromde Eduardo om 09:04 (op Woensdag, 15 Juni 2005)

Ik heb nog geen koffie op.

Misschien verklaart dat waarom ik als een vetvlek in mijn stoel zit.

∗ staat kreunend op, starend naar een stapel post en een dienblad met kopjes waar dingen in bewegen ∗
bromde Hoof om 10:23 (op Woensdag, 15 Juni 2005)

Ik heb nog geen hoed op.
Misschien verklaart dat de nakende frisse voorplecht.

[drukdrukdrukdrukdurkdruk]
bromde bicat om 10:34 (op Woensdag, 15 Juni 2005)

:: ziet de Baron schichtig voorbij schuiven ::

môggu, zeg, heeft u ook nog…

Te laat!
bromde Kiers om 10:37 (op Woensdag, 15 Juni 2005)

Need to be readed.
bromde rape stories () (URL) om 06:05 (op Vrijdag, 16 Juni 2006)

  
Persoonlijke info onthouden?

/ Textile

Epistels die ouder zijn dan 7 dagen krijgen een bonusvraag om spamscriptjes een loer te draaien.
 

  (Register your username / Log in)

Kattebel:
Verberg email:

Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of email-adres in te typen.



het slijk der aarde

 

Holle retoriek

"Aarsema, dan komen de tachtigerjaren puberale streeptinten van de eerste kabeltv binnen op mijn kolkende oogbollen als de tube mayonaise leeggeknepen in in een onderzoekende puberkringspier . Vage opgedroogde veegklodderstrepen op de dikke zware afstandsbediening die het allang niet meer doet. Bolle schermen versterken de aplastische rondingen. Antennes nog met coax en zaad in een sok, geurend naar kamille gemengd met nat speculaas. Jong zijn is zo mooi…"

"Zit je achter het meest nieuwe en hipste technologische apparaat van deze eeuw, kom je op een stukje internet over columns schrijven. En dat is nu exact wat ik zocht! Soms zoek je iets, en kan je het niet vinden. Maar nu wel! Ik zoek iets om mijn Nederlandse woordenschat in te verwerken. En dan zoek je, en zoek je, en dan VIND je!

Soms zoek je iets anders. En dan vind je het niet. Mannen, of vrouwen, pennen, papier, boeken, bekers of boodschappen, je vind het soms niet.

Maar nu heb ik het gevonden!

Groetjes Lieke"

(Lieke, Zelf een column schrijven)

"Daarom is bicat een lichtje, een vuurtoren voor de verloren lopende dolenden.
Want dat er velen op de dool. Een gevolg van zich onbestemd, zonder nuttig doel, afgevlakt en weinig bijzonder voelen maar misschien nog meer eengevolg van het vluchten voor deze zelfrealisatie, deze pijn van een ziel zonder importantie niet te hoeven voelen. En daar compensatie middelen voor zoeken en aangboden krijgen. Drugs, sex met dieren, sex met kinderen die geen leeftijd meer nodig schijnen te hebben, autorijden, schoeisel, weblogs, gangbangs, sport, wat al niet. Als het maar lijkt dat je vooral bezig bent. Al is het nietszeggend en immoreel, al is het bellenblazen met je mond dicht of een kraak zetten en minister zijn.

En dan is er bicat..aus blaue hinein zu uns gezogen, zonder eigenaren of aandeelhouders die stakingen uitlokken, zonder stompzinnig geleuter, nee, de magie van de fantasie, de fictie en de nederlandse taal aan de macht.
Een baken van troost, een zwoele geur vlak voor het slapen gaan, een enorme uitzinnige stapel draadjesvlees met dampende jus, een romance achter het frietkot, scooters en mobieltjes, vogels die hun eigen lied zingen, de eigen partituur kennen en geen regisseur of dirigent nodig hebben, de horror en thrill. Dat wat onbewust en ondergronds en ook van het leven zelf is. En niet wordt voorgeschreven door de krant, de tv, radio, politiek, banken en verzekeraars, speculanten die denken met 'de echte waarheid' om te gaan. Nee, ik ben geen echt schrijver maar wel groot fan van het schaarse bicat talent."
(Peter Novecento, Haagsche Post)

"Schuimbekkend van woede las ik de met een danige onverschilligheid geschreven colums betreffend de holocaust en Auschwitz. De flarden teksten vol schrijffouten en loze beweringen, getuigen van weinig historisch besef maar vooral een respectloze attitude jegens miljoenen slachtoffers. Vandaar mijn bijdrage met het verzoek de richtlijnen als opgesteld in de bijlage te respecteren en in acht te nemen.

vr groet

dhr. Papen"
(Daniël Papen, via email)

"Diep geroerd, met geknepen stembanden, omvloerste oogleden, brandend maagzuur en kloppende roede (het is tenslotte 5 december) mocht ik uw fraaie stuk proza over mijn getroebleerde netvlies laten glijden... De woorden vertalen zich moeiteloos in zielsetsende beelden. Dank!"
(bromde Zielknijper, 5 december 2005)

"Geachte heer,

Mag ik u verzoeken het plaatje van de te jonge dame van uw site te verwijderen. Er zijn namelijk nog al wat mensen die dit niet lollig vinden. Diverse klaag e-mails over gehad. Mag ik u er op attenderen dat het hier om Kinderporno gaat en de wetgever daar meer dan 4 jaar gevangenisstraf op heeft gezet. Ik ga ervan uit dat het om een misvertstand gaat, als moderator. Met vriendelijke groet.

Sociale Jeugd- en Zedenpolitie te Amsterdam
Commerciele zaken
020-5592585"
(i030142@planet.nl, 14 december 2004)

"Schitterend verwoord dat artikel over Clarence. Liep jaren met een missie, aan de voetballiefhebbers (niet de kenners) proberen uit te leggen dat Abe en Piet beter zijn dan het orakel uit betondorp. Was onbegonnen werk. Het klootjesvolk adoreert Ellen van Langen, Geesink en Rieu, en vinden mevrouw Blankers, Ruska en Roby lakatos maar niks, ze weten waarschijnlijk niet eens wie het zijn. Toen Keizer stopte heb ik jaren niet meer gekeken. Toen zag ik die Fin en een paar jaren later een Surinamer met een Nederlands paspoort (Had die Fin er ook maar een gehad). Ja en dan begint het heilige vuur weer te branden. Deze twee zijn tactisch en technisch het beste wat er op Nederlandse velden heeft rondgelopen (wat ik in mijn leven heb gezien). Keizer had niks met voetbal te maken, dat was ballet,kunst, en soms als het niet belangrijk was helemaal niks .En Abe ken ik van wat beelden, maar als je naar de verhalen over hem luistert hoef je de verteller maar in de ogen te kijken en herken je meteen de kenners uit die tijd."
(via mail, 23 oktober 2005)

"pedante snikkels, komen kut te kort. Webloggen is niet voor mietjes maar ook niet voor stoere geile binken, webloggen is namelijk een fenomeen, een spookbeeld voor blinden die zich vergapen aan de wijde wereld van het internet om zichzelf te ontmoeten, een monologue interieur te voeren en dan de echo terughoren, het internet dat een wonder is wat een dom irrationeel fenomeen is. Echt iets voor pedante snikkels en kale kutten die niet neuken maar wel in elkaars nek willen hijgen en tijd teveel hebben. Ik zou er helemaal niet aan beginnen en beroemd en rijk ben ik al, zegt het liefje. Ik heb de grootste en zij heeft de lekkerste en we verdoen de tijd liever in elkaar verstrengeld dan te vergooien op zo’n vervuilde weblogmarkt. Mot je alweer email beantwoorden enzo, in je vrije tijd, be je gek. Opzoute, stik dur maar in, Goossens, kijk maar uit dat ze niet vreemdgaan terwijl jij al die poen verdient, sneue wolf, ouwe rukker, voordat je het in de gaten hebt sta je een verschrikkelijk stinkend goedje op je scrotum te smeren terwijl je staat te huilen omdat je zo belazerd bent terwijl je het alleen maar goed bedoeld, voor ons allebei schatje, weetje, heerlijk met vakantie strax, saampjes, maar vanavond moet ik werken snappie, centjes verdienen mot pappie, kijk niet zo beteuterd, je wilt helemal niet naar de Lidl, je wilt daar nooit gezien worden zei je, nou dan. Nou tot strax dan, he ?"
(nove, 12 oktober 2005)

"Bicat.net, dat is toch die achterlijke webstek voor rukkende, boerende en altijd bezopen kerels? Dat zielige pathetische zooitje ongeregeldheden dat uitgebraakte hersenkwak probeert te verkopen als prozadrek? Natte winden, dikke drollen, kleverige onduidelijkheden? Slurptrekkende draaigorgels, voorhuidjogging avant la lettre en berensgrote buikglijers?" (Jeremias Schubbenrug, in Nova, 4 oktober 2005)

Reageerziekte

"Op een vrolijke dag toen ik aan mijn, voor al 11 jaar, allerbeste vriendin de liefde heb verklaard en binnen luttele seconden de meest euforische gevoelens door mijn ziel heen flitsten typte een verslag van school begon k te typen en dit kwam tevoorschijn op het samengeperste hoopje uitwerpselen wat ik beschouw als mijn laptop, want zoals velen het niet slecht zou doen als zij dit beseften is bezit enkel een illusie.

Conclusie & nawoord

Niet alleen symbolen hebben invloed op ons doen en denken, de manier waarop ieder mens zichzelf ziet en andere zegt meer over die persoon dan over anderen. Elk mens gaat zijn eigen weg, en het is jammer dat er uit commerciële geldzucht zoveel miscommunicatie ontstaat tussen mensen. Welk mens is beter, het mens dat genadeloos elke, in zijn ogen misdadiger, ritueel vermoord, of die mens die de opdracht geeft om onbewuste signalen stuurt via reclamespotjes en zo het materialisme hoger prijst dan het gevoel om bewust van jezelf en je daden te zijn? Draait het dan uiteindelijk allemaal om geld?
De een vermoord mensen die hun hele leven anderen pijn doen, en de ander roept het gevoel op dat er niets beter is dan nike schoenen in combinatie met een stoere jack met een bontkraag, dat gedoe met die bontkragen id volgens mijn theorie gebaseerd op het paringsgedrag van leeuwen, hoe groter en mooier de manen, des te meer aanzien ze hebben en kans op leiderschap en hoe meer kans ze hebben dat hun genen worden doorgegeven ;).
Door niet te realiseren waar je mee bezig bent, of niet wie, maar wát je eigenlijk bent, ontstaat er miscommunicatie en disharmonie in de maatschappij. Opgaan in de massa kan leiden tot afgunst en afkeer van het geloof in jezelf en in anderen.

En ik wens hierbij balkenende en zijn hele tweede kamer heel veel succes met het oplossen van de “problemen” hier in Nederland, want zo schieten we geen reet op.

Oja, en een gelukkig Nieuwjaar!

Zondag 7 januari 2007, Frank Hooijer"
(Frank Hooijer, 7 Januari 2007)

"Ik had het allemaal al wel eens meegemaakt en niets was mij te dol geweest: eonisme, vice anglais, flaggelatie, ja zelfs koprofagie. Ik was dan ook met graagte ingegaan op de omineus-priapische woorden en lubrieke blikken die "Ellen" tijdens ons gezamelijk consumeren eerder die avond op mij had gericht. Toen we, media nox, eenmaal in haar slaapkamer waren aangekomen, gaf zij steeds minder blijk van doorgaans aan haar toegeschreven mesquinerie. Integendeel,loodzwaar en onvermijdelijk hing het veile sneukelen in de lucht. Binnen no time was de vloer dan ook bezaaid met exuvieën en toonde zij mij haar zinnenprikkelende Junonische leest. Na intiem pidjetten en enige orogenitale schermutselingen (waarbij brod noch javelijn werd ontzien),sloegen wij serieus aan het procreëren. Cunnus en Curacaoënaar leken welhaast voor elkaar geschapen. Hoewel haar defloratie al enige tijd terug had plaatsgevonden, pandoerden wij als nooit tevoren, daarmee verschillende tenesmen bewerkstelligend. Het is maar goed dat haar echtgenoot van deze sluikmin nooit wat heeft gemerkt..."
(TiTo, mei 2006)

"Schrijf eens over vrouwen en hun plek of plaats in de allesverterende zakenoorlogen. Want als er stereotype mannen met diep verborgen schaamtegevoelens over hun potentie problemen en erectiestoornis (taboe naturlijk) dan is dat manifest in hun 'vlucht vooruit' in de freudiaanse wapencultuur. Elke geweerloop, elke zwaardere tank is een gestileerd erectiel apparaat vol dodelijke munitie opgepomnt met miljoenen kogels in een spurt naar het doel wat als lustsymboliek een 'lilith' in een duizelige extase zou moeten brengen want zo 'is de kracht van het leger'. Stoere mannen die eerst de vrouwen opgeilen, dan met hun duwtje in de rug erop los gaan om 'de vijand te onthoofden'. Ik als watje moet altijd vreselijk lachen om die serieuze gezichten die de mannen politici en militairen bij hun gepiep, gezeur en gezeik en hun broodnodige verklaringen trekken.
U, als warmbloedige heterovrouw zal zich wezenloos kunnen uitleven 'tussen de hitsige Jantjes'. Ik stel voor dat u zich een voorstelling maakt over de gang van zaken in de nachten op zo'n nomadenkamp met satellietvererbindingen in de maanloze nachten van de nieuwe woestijnen die worden ontgonnen, namens u en mij, natuurlijk, vanzelf, juist, nee, uiteraard. Het mag ook wel een andere uiterst vervelende erectiestoornis gaan, de ejaculatie praecox. Dat gaat dan vast over de linkse oppositie, denk ik dan, kunt u het fijn neutraal houden.

U bent toch op alle kaasmarkten thuis, hard op weg om zich te bekwamen in een genre waar sex met hoofdletters geschreven moet worden. Vooral de sex benadrukken, Lilith. Veel gore geile, harde, wrede sexscenes, met blinddoeken, kidnap, politiehandboeien, touwen en katrollen, gedwongen masturbatie tussen mannen, tussen vrouwen, scarring en kaalscheren en tot huilens toe dat gepomp met dildo's en dat monotone gezoem van vibratoren sfeervol brengen. Vooral geluiden en kleuren beschrijven, daar ben ik gek op."
(Peter Novecento)

"Is er iemand in de zaal die nog wil doneren aan een zielige arme homosexueuele neger met een onbeschrijflijke ziekte zwaargelovig te dom om te leren of te schijten die bovendien een oog mist en denkt dat de duivel soep in een blik stopt want hoe komt het er anders in en tegelijkertijd vreselijk gebukt gaat onder de laatste Tsunami of de vrees daarvoor want zijn geitenoog gaf vanmorgen onheil aan? Of anderszins zijn hypocriete tot op het bot zwarte geweten schoon wil kopen voor een luchtig schijntje of nóg liever zichzelf onsterfelijk wil maken over het lijk van een ander? Nee? Eénmaal? Andermaal? OK, dan ben ik ook pleite en met Marnix mee naar dat gruwelijk dure restaurant. Bovendien is het al na zessen en sta ik in de baas z'n tijd de wereld te redden en zo heb de cao dat nooit bedoeld. Howdoe en de mazzel. "
(Hein Buffelruft, 28 dec 2005)

"De liefde is groots, ze breekt zonder haar gebit te gebruiken door elke granieten kop heen, verzwakt de wil en maakt elke stoere kerel tot een week omhulsel, een schaduw van zichzelf, een brabbelend luierkind, elke vent verandert van binnenuit en geweldloos door haar rijke zegeningen. Je krijgt een rijpe korstkaas als huid en een hart van vloeibaar goud. Verpletterend is ze en zij, de liefde, de warme zomerse, niet de winterharde en verbitterde tak dus, zit nog steeds vol met geheimen waar niemand de sleutel van kan vinden. Mysterieus is ze, als de ondergrondse geheimzinnige dictatuur van wereldwijde, alomvattende bekabeling waarlangs dagelijks kilometers gecodeerde data tussen de continenten flitsen. De liefde is een tectonishe plaat die schuurt en krast en gangen boort voor lavastromen van vleselijkheid en voedzame sappen die op geen enkele dieet mag ontbreken. Daarom is ze schaars. Tot slot..we heben allemaal een gat van onderen, onthou dat. "
(Nove, relatietherapeut, 3 dec 2005)

"Thanks! Voor de eerlijke en ijskoude bieren vooraf om de ergste dorst te lessen na een lange en vermoeiende reis. En de Champage daarna in gelukkig niet van die zuinige hoeveelheden maar gewoon ruim bemeten pullen. Dank ook voor de wonderschone oester die in zijn natuurlijke habitat beschermd en koel lag te wezen toegedekt met een warme dekentje bosui-liefde en een tikje Tabasco-ondeugd onder die deken. Dank voor de kleinste en schattigste St. Jacobsoesters die ik proefde in Balsamicostroop. Eerbied voor de kort aangebrade en met ontbijtkoek gestoofde kwartel. Ik proefde een tint Orange Marmalade hoewel je zei dat het er niet in zat. Ik hou het erop dat de chefkok zijn geheimen heeft en, hoe hooggeëerd zijn publiek ook mag zijn, ál zijn details zullen ze nooit te horen krijgen. Met liefde deed ik mijn sommeliertaken en het ‘kut-sommelier’ omdat ik de glazen niet tot de nok vulde, neem ik op de koop toe. Onder de indruk was ik van je tzatziki met shrimp en rode grapefruit. Zoet en zuur zoals Bitter & Sweet zoals het leven zelf zoals harmonie zo mooi kan zijn. Ook onder de indruk was ik van je zeewolf met tomatenchutney. Een rode knipoog op een licht in de boter aangezet visje zoals de boter bij de vis behoort te zijn. Je bewees jezelf door met het produkt mee te koken en de zeeduivel vochtig te houden en over te laten lopen in het bedje van zuurkool omrand door koele en volle cręme fraiche en slechts gestopt door mosterd. Het zal mijn gebrek aan woordenschat zijn geweest deze poëtische beleving van samenstelling aan mijn disgenoot heer Visser uit te leggen, aan de wijn waarin het beestje zwom heeft het niet gelegen. Emotioneel werd ik bij het aangezicht van mijn vrouw in jouw open keuken, verliefd op de chefkok die zijn konijntje aan de haak had geslagen. Uit het konijnengezin weggetrokken, de zuigelingen achtergelaten en deskundig ontdaan van fluffy flaporen en prachtig gevild en daarna één minuutje aangebraden in de volle boter. Ach, je zei het nog, ‘nog even in de oven en gekeken hoe lang’ in antwoord op de vraag hóe lang dan, zoals Sebastiaan Bach ook vindt dat de piano zichzelf speelt. U zij geprezen met bijzondere gaven, maar het zal mijn eenvoudige ziel zijn die het zo ziet. De ingekookte fond een tikje gezoet nog niet eens meegerekend evenals de witte bonen-truffelpuree en rode kool met vijgen die in een restaurant van naam de kaart had kunnen aanvoeren. Jammer dat je er niet bij was met de kaas. Het zal de tol van de roem zijn geweest of de spanning van het koken op zulk een hoog nivo. Het siert de man die ook gewoon maar een mens van Vleesch & Bloed is gebleven. Het was uit de kunst hoe wij genoten van een walnoot uit Frankrijk gekraakt op de wals van braakgeluiden die wij van boven hoorden komen. Waarschijnlijk was je druk doende in de homard-naire. Het dessert ben ik kwijt evenals het betoog dat ik hield, maar dat was ik toen al kwijt. Het betoog hou je van mij tegoed. Ik zal het je vertellen als ik de liefde verklaar aan mijn vrouw zoals jij gisteren de keuken in het algemeen en ons in het bijzonder de liefde verklaarde. "
(Kiers de Maison, 27 november 2005)

"Ach, heer bicat, nu we het over eten en drinken hebben. Ik kan u te allen tijde aanraden, maar toch vooral in de herfst, van de ganzenlever te proeven. Zoekt u daarbij een zo eenvoudig mogelijk bewerkte ganzenlever, dus geen paté, niets met geconfijte uien of anderszins toevoegingen. U wilt ganzenlever proeven die met de hand is schoongemaakt door een oud boerenvrouwtje die hooguit peper, zout en wat cognac toevoegde en daarna op 70 graden in de oven met de deur op een kier de lever zachtjes liet warm worden. Niet smelten, want dan scheidt het vet van de lever en bent u uw produkt kwijt. Nee, u wilt de lever verwarmen zodat lever, peprer, zout en cognac een geheel gaan vormen. Dat wat u wilt proeven is de waarheid en niets anders dan de waarheid. Slaat u overigens wel in grote hoeveelheden in, niets zo erg als aan het einde te moeten constateren dat u nog wel wat had gelust. Nee, met veel dingen is het zo dat we nčt even meer moeten eten dan ons lief is. Nčt dat decadente punt van overdaad aantikken. Schenkt u daarbij een Gewürztraminer en bij voorkeur hoe ouder hoe beter en liever nog een Grand Cru dan een gewone. Maar als u dan toch uit wilt pakken dan komt u niet heen om de Tokay Pinot Gris.
Daarbij geserveerd met warm en geroosterd brioche brood."
(Harrie Stamper, 23 oktober 2005)

"Of die klassieke Suske & Wiske (het was nummer 78 als ik het goed heb): De Kakkende Kakkerlakken, die aflevering waarin Tante Sidonia in haar keuken te maken heeft met een steeds groter wordende populatie kakkerlakken, die voortdurend alles onderschijten, niet in de laatste plaats de biefstuk met friet die Tante speciaal voor Lambik had gebakken, tot grote woede van onze favoriete zeshaarder, die gelijk een spuitbus pakt en erop los begint te spuiten, dit tot groot enthousiasme van zowel Suske als Wiske, die duchtig beginnen mee te spuiten (we hebben het hier duidelijk over de periode waarin Suske en Wiske nog net zo milieubewust waren als George W. Bush die zijn privejet vanuit Kyoto liet terugvliegen naar zijn range in Texas omdat ie z'n favoriete cowboy-hoed was vergeten), maar in de spuitbus van Lambik blijkt een goedje te zitten dat er voor zorgt dat de kakkerlakken de volgende dag het formaat van een jong paard hebben (professor Barabas had een lege spuitbus gebruikt om zijn nieuwe groei-middel te testen en vergeetachtig als hij was, had hij het bij Tanta Sidonia laten liggen, puur uit teleustelling, want ook na gebruik van het groeimiddel had Tante Sidonia de professor uitgelachen toen hij zijn broek naar beneden deed), afijn, nu de kakkerlakken gegroeid zijn, schijten ze nog harder met als gevolg dat tante Sidonia, Lambik, Suske en Wiske hun huis worden uitgescheten, waarna ze Jerommeke erbij halen, wiens enige bijdrage een ENORME scheet is, gelukkig komt professor Barabas eraan met een grote smile op z'n mombakkes en een nog grotere bobbel in de broek die, zo zal even later blijken, amper in staat is de steeds groter wordende penis van Barabas te verhullen met als gevolg dat Tante Sidonia, gek van geilheid, zich op professor Barabas stort die vrijwel onmiddellijk klaarkomt en bovenop een van de reuzekakkerlakken kwakt die dan weer vrijwel onmiddelijk in elkaar krimpt en in het niets oplost, waarna ook Lambik en Suske en Jerommeke hun apparaat bewerken met het groeimiddel, zodat ze de volgende dag, onder de stimulerende leiding van Tante Sidonia en Wiske, de kakkerlakken dood masturberen. Knipoog Wiske. Einde."
(Max J. Molovich, 23 Augustus 2005)

"De vergelijking ‘vleesetend’ en ‘vrouw’ is een natte wensdroom. Het is veelbetekende symboliek dat er aan vegetarische mutaties man/vrouw/ hermafrodiet wordt gewerkt door de wetenschappelijke elite. Weten zij soms meer? Staat ons Armageddon te wachten ? De finale segregratie, het schisma van de sexen en de ondergang van hun zondige sexueel verkeer als geheime wapen om de wereldbevolking eindelijk zonder oorlogen te kunnen reguleren ? Reincarneren in een plantaardig bestaan in een potje aarde van robotformaties die miljoenen grijze racks van vruchtdragende en geurige planten produceren onder uiterst secure en berekende condities , zonder vrij zon of maanlicht, zonder zicht of gehoor, zonder tastzin, zonder geluid van wind en zee."
(nove, 6 Juni 2005)

Zelfbeschouwing

"Een man van middelbare leeftijd, beet je te dik, beetje te morsig. Baardje of sik wellicht. En witte schilfertjes sieren zijn gelaat. Hij rookt en hij drinkt, maar in tegenstelling tot wat hij ons graag wil doen geloven, niet teveel. Hij is een ambtenaar, schaaltje 9. verder een liefhebbende vader die zijn frustratie over het uitblijvende en waarschijnlijk nooit meer komende grootse leven heeft verruild voor een soort van komisch cynisme. Hij neemt het niemand kwalijk behalve misschien soms zichzelf, maar dan alleen na een Westmalle Tripel te veel. Hartstochtelijk supporter van NAC of een andere club ten zuiden van de grote rivieren, want dat hij een Brabander is moet haast wel. Zo stel ik mij Kiers voor, maar wellicht is het wel gewoon die homofiele Indo die bij Serudang de lege borden ophaalt..who knows.."
(Andy Möller, Gelsenkirchen)

"Het is vast een meteroloog, een weermenneke met een gesmoorde sexualiteit, eentje met een enorm taboe. Een vrijgezelle biologieleraar met verlatingsangst kan ook. Zo'n eenzaam type die nog steeds bij zijn moeder woont en al jaren lesgeeft in het basisonderwijs. Zo'n anonieme 13 inhetdozijnman die spaarzaam leeft, de piepers schilt en de afwas doet, zo eentje die op de middagwandeling met het hondje van moeders vanachter de krant bij een speeltuin of in het park naar stoeiende of voetballende jochies kijkt en de pijn verzwijgt. Een masochist die het taboe koestert.
Zo'n kleffe smeerlap van een potentiele serieverkrachter met banden in een hechte kerkgemeenschap waarop moeders zo trots is omdat hij naast het lesgeven ook nog als hobby het locale knapenkoor dirigeert. Zo eentje die maar beter melancholieke verhaaltjes moet blijven schrijven. "
(Nove, 22/11/2005)

"Ach ja, leuk, schrijvers.

Beetje zo in je donkere hol aan de wereld knagen. Puur verongelijkt verdedigen van een door mede niet-aanwezigen geschapen superieure schertswereld. Lurken aan je pijp. Pijpen aan je lurk. Woorden in langgerekte nadenkzinnen omzetten. Protserige taalvlekjes. Huilerige holheden. Fletse vondsten. Massieve monomane monsters. Een zielige berg toevoegingen aan de duistere put die al veel te lang overstroomt door de gemankeerde bijdragen van nerveus krabbelende geesten met een ongepast gevoel van eeuwigheid.

Die sfeer.

Geef mij maar parkeerwachten. "
(Marnix, 21/11/2005)