![]() |
|||||||
Navigatie de voorplecht Dankbaar ![]() Uitgelogd
Huishoudelijk
5 oktober 2005 |
Woensdag, 11 Mei 2005
‘Hou je kop, Stijn, of we gaan naar huis!’ Ellen zegt het zonder van haar boek op te kijken. Stijn gaat door met brullen, dit keer vanwege een zandvlo of zo die heeft plaatsgenomen op een van z’n miezerige zandtaartjes. God, wat een loser van een zoontje heb ik toch. Moet je toch zien hoe hij het hele strand bij elkaar loopt te schreeuwen, ik zie kwijldraden in zijn wijd opengesperde bek en slierten speeksel langs zijn kin lopen. Hij krijst en wappert hysterisch met z’n handen. ‘De Duivel draagt Prada’, heet het boek dat Ellen leest. ‘Niet met je handen wapperen!’ schreeuw ik Stijn toe. Nog geen zes jaar oud en hij loopt zich al te gedragen alsof hij royalty watcher bij RTL Boulevard wil worden. Ik geef ’m een tik tegen z’n blonde koppie. Hoe het mogelijk is, weet ik niet, maar hij brult nog harder. ‘Hou je rotkop, Stijn’, sis ik ’m toe, ‘moet nou echt heel het strand weten dat je een mietje bent? Hier, snuit je neus.’ Ik druk een handdoek tegen z’n neus aan en weet zo het gebrul te smoren. Stijn probeert onder m’n greep vandaan te komen, maar meer dan wat zwak kronkelen zit er niet in. Als hij begrijpt dat verzet zinloos is, stopt hij met janken en laat ik ’m los. Maar zodra hij vrij is, begint hij weer te huilen. Zacht en zeurderig dit keer. Ik besluit tot een andere tactiek over te gaan. ‘Als je ophoudt met jammeren’, zeg ik, ‘gaan we voetballen.’ Hij gaat door met jammeren. ‘Ophouden, dan gaan we voetballen.’ Ik pak de bal en gooi ’m tegen z’n kop. Hij kijkt verschrikt naar me op en gaat weer harder janken. Ja Stijn, denk ik, of je nu wil of niet, papa gaat godverdomme een vent van je maken. Ik gooi de bal tegen z’n hoofd. Blonde haartjes vliegen verschrikt alle kanten op. Niks tegen te doen. Het nekje knakt, het hoofdje schudt, de stembandjes brullen. Nadat de bal nogmaals van Stijns kop naar me is teruggestuiterd, leg ik de bal aan de voeten en dribbel ik uitdagend weg. ‘Kom dan, Stijn’, roep ik naar ’m, ‘kom, dan gaan we voetballen op het harde zand.’ Hij stopt aarzelend met janken. Zeker weten of hij me kan geloven doet hij niet, maar ik kijk ’m glimlachend aan en zijn aangeboren vertrouwen in zijn vader wint het eindelijk weer eens van zijn angst voor mijn toorn. Sukkel. Hij komt achter me aan. Kijk toch, wat een wijverige manier van rennen die zoon van mij heeft. Hij rent met de souplesse van een gekortwiekte krielkip. Ongecontroleerd, meer huppelend dan rennend, z’n armen maaiend in de wind in plaats van strak naast z’n lijf. Met de bal aan de voeten ren ik van ’m vandaan. Hij ziet maar. Het lijkt een halve middag te duren voordat Stijn eindelijk bij me is. Ik sta met de bal onder m’n voeten. Het is niet eens een leren voetbal, maar zo’n plastic mormel dat bij een beetje behoorlijke trap dankzij de wind dertig meter van z’n lijn afwaait. Maar ja, Stijn wilde een bal met die Spongebob erop en om van het gezeur af te zijn, heb ik ’m die maar gegeven. Op het moment dat Stijn tegen de bal wil trappen, haal ik die met een simpele voetbeweging weg. Stijn schopt in het luchtledige, maakt een zwieper, belandt op z’n reet en zet het voor de verandering maar weer eens op een brullen. Het ziet er erg grappig uit. Maar net op het moment dat ik ’m wil uitlachen, zie ik dat we worden gadegeslagen door het lekkerste schepsel dat ik vandaag op dit loserstrand van IJmuiden heb mogen aantreffen. Ze staat hand in hand met haar dochtertje dat zo te zien een al even oogverblindende toekomst voor zich heeft. Ze lijkt me van het meelevende soort. En – o wonder – als ik weer naar Stijn kijk, merk ik dat hij is opgehouden met janken en net zo betoverd lijkt als ik. Zou ie dan toch als z’n vader zijn? Ik help Stijn overeind en klop liefdevol het zand van z’n kont. ‘Hier’, zeg ik tegen ’m en leg de bal voor z’n voeten. Hij geeft de bal een onhandige schop. Samen rennen we erachter aan. Ik ben net iets eerder bij de bal en begin Stijn een beetje te dollen. Als ik denk dat hij het bijna opgeeft, laat ik ’m de bal afpakken. Trots kijkt hij eerst richting mij en daarna richting het meisje dat onze voetbalverrichtingen aan het volgen is. Ik lach naar de moeder, ze lacht terug. ‘Schop die bal’, moedig ik Stijn aan. Zijn trap komt een hopeloze vijf meter te kort. ‘Goed schot’, zeg ik tegen ’m en ren naar de bal toe. Ik wip de bal soepeltjes op, hou drie keer hoog en trap ’m gecontroleerd naar Stijn. ‘Op je hoofd’, roep ik. Met z’n ogen stijf dichtgeknepen kopt hij volledig mis. ‘Achter je’, zeg ik en na zich even georiënteerd te hebben, rent hij achter de wegrollende bal aan. Ik glimlach weer naar het moedertje. Ze glimlacht terug. ‘Wil je ook meedoen?’ vraag ik aan het dochtertje. Ze gaat achter de benen van haar moeder staan. ‘Ze is een beetje verlegen.’ ‘Zijn ze dat niet allemaal?’ Maar na een paar keer de bal richting het meisje te hebben geschopt, ontdooit ze en begint ze mee te doen. Stijn probeert het meisje te imponeren met bewegingen die hij niet onder de knie heeft. Het moedertje lacht vertederd, ik lach met haar mee. Op een gegeven moment gaan Stijn en het meisje zo op in hun spel dat ze vergeten dat ik meedoe. Ik ga naast het begeerlijke moedertje staan. Zij praat en ik beaam. Dat het vermoeiend is, kinderen, maar dat je er veel voor terugkrijgt. En dat ze nooit meer terug wil naar de tijd dat ze Lola nog niet had. En nog meer van het soort gezeik dat sommige moeders uitstoten bij wie de hormonen kennelijk wel iets hebben veranderd. Of zouden ze maar doen alsof? Omdat het zo hoort? Omdat het van ze verwacht wordt? Het kan me niks schelen, ik probeer zo min mogelijk naar haar tieten te staren en me op haar mond en ogen te concentreren – wat me overigens aardig lukt, want ze zijn van een hypnotiserende schoonheid. Het is een uur of vier en de zon begint al wat lager te hangen en wat roder te worden. Een paar meeuwen schreeuwen en verder hoor je het vredig kabbelen van de zee en een net zo vredig kabbelen van mensen die het naar hun zin hebben. Het moedertje haalt haar hand door het blonde haar en eventjes vermengt een zweem van kokos zich met de zilte zeelucht. Hier en nu had ik je genomen als we honden waren, denk ik. Ze praat over weet ik veel wat en ze kijkt rond, richting de horizon. En dan stokt haar stem en verstart haar blik. ‘Lola’, roept ze en begint aarzelend te rennen. Verbaasd kijk ik haar na. Ze schreeuwt de naam van haar dochtertje en rent langs de waterkant, in blinde paniek. En ik zie het al voor me, hoe we met honderd vrijwilligers een lange ketting vormen en zo langzaam door het water waden, op zoek naar twee verdronken kinderlijkjes. Lola en Stijn staan tot hun middel in het water, zo’n twintig meter de zee in. De moeder van Lola rent het water in, pakt haar dochter op, klemt haar tegen haar goddelijke borsten aan, wiegt haar even jammerend heen en weer, pakt dan Stijn bij de hand en loopt het water uit. Stijn kijkt verschrikt naar de vrouw op. Ik sta een beetje verbouwereerd aan de kant en probeer bezorgd te kijken. Zonder me een blik waardig te gunnen, laat ze Stijn achter en rent ze met haar dochtertje tegen haar boezem gedrukt weer terug naar haar plek. ‘Terug naar mama voetballen?’ zegt Stijn nadat we een tijdje zwijgzaam onze droomvrouwen hebben nagekeken. ‘Hou me maar bij’, zeg ik en begin weer te dribbelen. Stijn hobbelt achter me aan. Als ik bijna bij Ellen ben aangekomen, geef ik de bal een trap, precies in haar schoot. Ze schrikt zich het apenzuur en slaat met haar boek de bal weg, alsof het een harige spin is. Ik spring boven op haar en kus haar op de mond. Haar lichaam is warm van de zon. Stijn springt boven op mij. En zo liggen we eventjes gezellig boven op elkaar, als een ideaal gezinnetje, op het strand van IJmuiden. En ik lach en Stijn lacht en zelfs Ellen lacht. Totdat ik iets te onverwacht weer ga staan. Stijn valt van me af. Hij begint weer te janken. ‘Stel je niet aan’, bijt ik ’m toe en geef ’m een klap voor z’n kop.
door Max J. Molovich Recht in de reageurscheur. Max, verwen je kind. Nog 30 jaar, en dan is het payback time. Bejaardentehuizen zijn kassen voor levende lijken, en jij waart hier rond. Herseninfarct, je kan je eigen bed niet meer vinden, verdwaalt in de TL-catacomben. Het enige dat je nog hebt is Stijn, die alleen afgeeft op je gekwijl, luiers, ondertussen de nachtbroeders steels nakijkend.
En het verhaal is nog niet af. Het wordt eerst nog erger met een tweede en een derde en een Labrador en een chagrijnig wijf en een carrière en een baas die niet meewerkt. En op een dag kom je thuis, ligt je wijf te krikken met een jonge god omdat jij daar geen tijd meer voor had. God Zij Dank! Midlife crisis! Genoeg poen verdiend, je getergde homozoon de deur uit, je wijf een schop het bos in, je huis verkocht en op weg naar de Harley Davidson dealer. Zolang Max nog op zijn vrouw kan springen is er nog niets aan de hand. Later, ja later… Fijn verhaal weer en zo herkenbaar. Maar hij had haar gewoon moeten grijpen. Daar, midden op het strand. En dan het voorval net zo kleurijk moeten beschrijven als de rest. Had ik en velen onderons toch vuigher gevonden.
tik, tik….. Mooi. Zo lees ik ze het liefst. Uit het leven geplukt en her en der gekruid met een toefje fantasie. Geen mysterieus gelul en donker geëmmer van heb je me daar maar een sober, goed geschreven en herkenbaar stukje. ∗ houdt zich opvallend op de vlakte ∗ Klassiek probleem. Griezelig realistisch verhaal. Ik kan me helemaal inleven. Een zegen, die kinderen.
Toch weer frustrerend, zo’n fiere erectie waar je even niks mee kunt. Jij, marnix, wordt hier misschien wel blij van… maar wij vrouwen moeten zo’n schreeuwend mormel uit delen persen waar normaal niets groter dan 23 cm x 6 cm toegelaten wordt. Auw
Die erectie is niet alleen problematisch. De verpakking die hij op het strand normaliter placht te hebben, dat maakt het allemaal zo aanschouwelijk.
23×6? Voordat er hier misverstanden gaan ontstaan, wil ik u er graag even op wijzen dat ik geen kinderen heb (hoewel er een onverwoestbaar gerucht bestaat dat Amalia van Oranje met mijn zaad is verwekt, een gerucht dat ik zelf overigens met een flinke korrel zout neem, want ik vermoed dat mijn zaad van het soort is dat liever op een ligstoel op het strand van de zon geniet dan dat het eens een flink potje gaat zwemmen, mijn zaad, kortom, is, als mijn ontstoken grote teen het niet verkeerd heeft, tot nadere orde zo lui als een spreekwoordelijke negert). Héé! Zandvoort Als ik een afspraakje wil maken met die holtor van een loverboy om in zijn vet koele plek te kijken kom ik bij vilé terecht. Het cookiemonster waart overal. Donkere krochten, hel verlichte pleinen, vestzak-broekzak.
Zo zit dat!
Leuk stukkie…. slik cookie in
moedertje die kind tegen goddelijke borsten aanhoud… ik kan er wel wat mee. Zeg eens grtslkjsfefwe, ik heb eens een vriendin gehad die een clitorus zo groen als een augurk had. Steevast werd het ding ook zo groot als een augurk als ik haar de sterren befte en ook steevast later in het verhaal werd’ie zo zuur als een augurk. Maar dit was allemaal nog voor dat onderzoek van die Russische wetenschapper van jou. Ik snap er geen moer van hoe dat kan. En oh ja, omdat het om een uiterst serieus web-log gebeuren gaat ‘powered by web-log’ en de hele verenigde redactie van vruchtenperszittend Viva, zal er wel een zurige censuur hangen. Heb jij je fake-id ‘Alleen-web-log-mutsen-allowed’ al laten gladstrijken? Maar dat hoeft helemaal niet!! Er is een IP-adresverneuker! Gratis en voor niks elke seconde dat JIJ dat wilt een nieuw ip adres! NIEUW!! NIEUW!! NIEUW!! Check snel die link en jaag alle web-log mutsen op de kast. Zonder slip, om te peaken en te sneaken of die bever te happen, dat dan weer wel.
Tisgelukt!
U is een fijne observator, heer Molovich. Ik stel voor dat u een zomertje op het strand van IJmuiden gaat vertoeven en ons vervolgens deelgenoot maakt. Het zal toch niet zo zijn dat ál mijn gecopy/paste tekst er gewoon nog staat? Minimaal één van de fröbelende meisjes zal toch wel enige verontwaardiging ten toon spreiden? En wat me dus opvalt: Hehe.
Mooi grijs is niet lelijk, en het grijs van vroeger was mooi. Dat verstomde gemier schuiven we maar onder het kopje “gewenning”: elke dag bruut anaal genomen worden met een bescheermesde honkbalknuppel gaat na een dag of wat óók minder zeer doen, lijkt het wel.
Op deze prachtige ochtend wordt een ieglijk een min of meer prettige dag toegwenst. Ik beperk mij tot die ieglijken die tot reciproke gedachten in staat en bereid zijn.
Pssst…. Neen. Maar mocht u een snoepje danwel lollie in de aanbieding hebben ben ik uw man.
Wat een héérlijke dag! Zag ik daar Donderkopje z’n… euh… kopje opsteken? Dan kan Stamgast niet ver weg zijn.
na een bezoek aan de doos denk ik wel eens, ik wist niet dat ik het in me had.
:: opent één oog half en spitst oren ::
Puik verhaal, mijn beste. Je hebt het nog steeds in jou.
het slijk der aarde |
Holle retoriek
"Aarsema, dan komen de tachtigerjaren puberale streeptinten van de
eerste kabeltv binnen op mijn kolkende oogbollen als de tube mayonaise
leeggeknepen in in een onderzoekende puberkringspier . Vage opgedroogde
veegklodderstrepen op de dikke zware afstandsbediening die het allang
niet meer doet. Bolle schermen versterken de aplastische rondingen.
Antennes nog met coax en zaad in een sok, geurend naar kamille gemengd
met nat speculaas.
Jong zijn is zo mooi…"
"Zit je achter het meest nieuwe en hipste technologische apparaat van deze eeuw, kom je op een stukje internet over columns schrijven. En dat is nu exact wat ik zocht! Soms zoek je iets, en kan je het niet vinden. Maar nu wel! Ik zoek iets om mijn Nederlandse woordenschat in te verwerken. En dan zoek je, en zoek je, en dan VIND je!
"Daarom is bicat een lichtje, een vuurtoren voor de verloren lopende dolenden.
"Schuimbekkend van woede las ik de met een danige onverschilligheid
geschreven colums betreffend de holocaust en Auschwitz. De flarden teksten
vol schrijffouten en loze beweringen, getuigen van weinig historisch besef
maar vooral een respectloze attitude jegens miljoenen slachtoffers. Vandaar
mijn bijdrage met het verzoek de richtlijnen als opgesteld in de bijlage te
respecteren en in acht te nemen.
"Diep geroerd, met geknepen stembanden, omvloerste oogleden, brandend maagzuur en kloppende roede (het is tenslotte 5
december) mocht ik uw fraaie stuk proza over mijn getroebleerde netvlies laten glijden...
De woorden vertalen zich moeiteloos in zielsetsende beelden.
Dank!"
"Geachte heer,
"Schitterend verwoord dat artikel over Clarence. Liep jaren met een missie, aan de voetballiefhebbers (niet de kenners) proberen uit te leggen dat Abe en Piet beter zijn dan het orakel uit betondorp. Was onbegonnen werk. Het klootjesvolk adoreert Ellen van Langen, Geesink en Rieu, en vinden mevrouw Blankers, Ruska en Roby lakatos maar niks, ze weten waarschijnlijk niet eens wie het zijn. Toen Keizer stopte heb ik jaren niet meer gekeken. Toen zag ik die Fin en een paar jaren later een Surinamer met een Nederlands paspoort (Had die Fin er ook maar een gehad). Ja en dan begint het heilige vuur weer te branden. Deze twee zijn tactisch en technisch het beste wat er op Nederlandse velden heeft rondgelopen (wat ik in mijn leven heb gezien). Keizer had niks met voetbal te maken, dat was ballet,kunst, en soms als het niet belangrijk was helemaal niks .En Abe ken ik van wat beelden, maar als je naar de verhalen over hem luistert hoef je de verteller maar in de ogen te kijken en herken je meteen de kenners uit die tijd."
"pedante snikkels, komen kut te kort. Webloggen is niet voor mietjes maar ook niet voor stoere geile binken, webloggen is namelijk een fenomeen, een spookbeeld voor blinden die zich vergapen aan de wijde wereld van het internet om zichzelf te ontmoeten, een monologue interieur te voeren en dan de echo terughoren, het internet dat een wonder is wat een dom irrationeel fenomeen is. Echt iets voor pedante snikkels en kale kutten die niet neuken maar wel in elkaars nek willen hijgen en tijd teveel hebben. Ik zou er helemaal niet aan beginnen en beroemd en rijk ben ik al, zegt het liefje. Ik heb de grootste en zij heeft de lekkerste en we verdoen de tijd liever in elkaar verstrengeld dan te vergooien op zo’n vervuilde weblogmarkt. Mot je alweer email beantwoorden enzo, in je vrije tijd, be je gek. Opzoute, stik dur maar in, Goossens, kijk maar uit dat ze niet vreemdgaan terwijl jij al die poen verdient, sneue wolf, ouwe rukker, voordat je het in de gaten hebt sta je een verschrikkelijk stinkend goedje op je scrotum te smeren terwijl je staat te huilen omdat je zo belazerd bent terwijl je het alleen maar goed bedoeld, voor ons allebei schatje, weetje, heerlijk met vakantie strax, saampjes, maar vanavond moet ik werken snappie, centjes verdienen mot pappie, kijk niet zo beteuterd, je wilt helemal niet naar de Lidl, je wilt daar nooit gezien worden zei je, nou dan. Nou tot strax dan, he ?"
"Bicat.net, dat is toch die achterlijke webstek voor rukkende, boerende en altijd bezopen kerels? Dat zielige pathetische zooitje ongeregeldheden dat uitgebraakte hersenkwak probeert te verkopen als prozadrek? Natte winden, dikke drollen, kleverige onduidelijkheden? Slurptrekkende draaigorgels, voorhuidjogging avant la lettre en berensgrote buikglijers?" (Jeremias Schubbenrug, in Nova, 4 oktober 2005) Reageerziekte
"Op een vrolijke dag toen ik aan mijn, voor al 11 jaar, allerbeste vriendin de liefde heb verklaard en binnen luttele seconden de meest euforische gevoelens door mijn ziel heen flitsten typte een verslag van school begon k te typen en dit kwam tevoorschijn op het samengeperste hoopje uitwerpselen wat ik beschouw als mijn laptop, want zoals velen het niet slecht zou doen als zij dit beseften is bezit enkel een illusie.
"Ik had het allemaal al wel eens meegemaakt en niets was mij te dol geweest: eonisme, vice anglais, flaggelatie, ja zelfs koprofagie. Ik was dan ook met graagte ingegaan op de omineus-priapische woorden en lubrieke blikken die "Ellen" tijdens ons gezamelijk consumeren eerder die avond op mij had gericht. Toen we, media nox, eenmaal in haar slaapkamer waren aangekomen, gaf zij steeds minder blijk van doorgaans aan haar toegeschreven mesquinerie. Integendeel,loodzwaar en onvermijdelijk hing het veile sneukelen in de lucht. Binnen no time was de vloer dan ook bezaaid met exuvieën en toonde zij mij haar zinnenprikkelende Junonische leest. Na intiem pidjetten en enige orogenitale schermutselingen (waarbij brod noch javelijn werd ontzien),sloegen wij serieus aan het procreëren. Cunnus en Curacaoënaar leken
welhaast voor elkaar geschapen. Hoewel haar defloratie al enige tijd terug had plaatsgevonden, pandoerden wij als nooit tevoren, daarmee verschillende tenesmen bewerkstelligend. Het is maar goed dat haar echtgenoot van deze sluikmin nooit wat heeft gemerkt..."
"Schrijf eens over vrouwen en hun plek of plaats in de allesverterende zakenoorlogen.
Want als er stereotype mannen met diep verborgen schaamtegevoelens over hun potentie problemen en erectiestoornis (taboe naturlijk) dan is dat manifest in hun 'vlucht vooruit' in de freudiaanse wapencultuur. Elke geweerloop, elke zwaardere tank is een gestileerd erectiel apparaat vol dodelijke munitie opgepomnt met miljoenen kogels in een spurt naar het doel wat als lustsymboliek een 'lilith' in een duizelige extase zou moeten brengen want zo 'is de kracht van het leger'. Stoere mannen die eerst de vrouwen opgeilen, dan met hun duwtje in de rug erop los gaan om 'de vijand te onthoofden'. Ik als watje moet altijd vreselijk lachen om die serieuze gezichten die de mannen politici en militairen bij hun gepiep, gezeur en gezeik en hun broodnodige verklaringen trekken.
"Is er iemand in de zaal die nog wil doneren aan een zielige arme homosexueuele neger met een onbeschrijflijke ziekte zwaargelovig te dom om te leren of te schijten die bovendien een oog mist en denkt dat de duivel soep in een blik stopt want hoe komt het er anders in en tegelijkertijd vreselijk gebukt gaat onder de laatste Tsunami of de vrees daarvoor want zijn geitenoog gaf vanmorgen onheil aan? Of anderszins zijn hypocriete tot op het bot zwarte geweten schoon wil kopen voor een luchtig schijntje of nóg liever zichzelf onsterfelijk wil maken over het lijk van een ander? Nee? Eénmaal? Andermaal? OK, dan ben ik ook pleite en met Marnix mee naar dat gruwelijk dure restaurant. Bovendien is het al na zessen en sta ik in de baas z'n tijd de wereld te redden en zo heb de cao dat nooit bedoeld. Howdoe en de mazzel. "
"De liefde is groots, ze breekt zonder haar gebit te gebruiken door elke granieten kop heen, verzwakt de wil en maakt elke stoere kerel tot een week omhulsel, een schaduw van zichzelf, een brabbelend luierkind, elke vent verandert van binnenuit en geweldloos door haar rijke zegeningen. Je krijgt een rijpe korstkaas als huid en een hart van vloeibaar goud. Verpletterend is ze en zij, de liefde, de warme zomerse, niet de winterharde en verbitterde tak dus, zit nog steeds vol met geheimen waar niemand de sleutel van kan vinden. Mysterieus is ze, als de ondergrondse geheimzinnige dictatuur van wereldwijde, alomvattende bekabeling waarlangs dagelijks kilometers gecodeerde data tussen de continenten flitsen. De liefde is een tectonishe plaat die schuurt en krast en gangen boort voor lavastromen van vleselijkheid en voedzame sappen die op geen enkele dieet mag ontbreken. Daarom is ze schaars.
Tot slot..we heben allemaal een gat van onderen, onthou dat. "
"Thanks!
Voor de eerlijke en ijskoude bieren vooraf om de ergste dorst te lessen na een lange en vermoeiende reis. En de Champage daarna in gelukkig niet van die zuinige hoeveelheden maar gewoon ruim bemeten pullen.
Dank ook voor de wonderschone oester die in zijn natuurlijke habitat beschermd en koel lag te wezen toegedekt met een warme dekentje bosui-liefde en een tikje Tabasco-ondeugd onder die deken.
Dank voor de kleinste en schattigste St. Jacobsoesters die ik proefde in Balsamicostroop. Eerbied voor de kort aangebrade en met ontbijtkoek gestoofde kwartel. Ik proefde een tint Orange Marmalade hoewel je zei dat het er niet in zat. Ik hou het erop dat de chefkok zijn geheimen heeft en, hoe hooggeëerd zijn publiek ook mag zijn, ál zijn details zullen ze nooit te horen krijgen.
Met liefde deed ik mijn sommeliertaken en het ‘kut-sommelier’ omdat ik de glazen niet tot de nok vulde, neem ik op de koop toe.
Onder de indruk was ik van je tzatziki met shrimp en rode grapefruit. Zoet en zuur zoals Bitter & Sweet zoals het leven zelf zoals harmonie zo mooi kan zijn.
Ook onder de indruk was ik van je zeewolf met tomatenchutney. Een rode knipoog op een licht in de boter aangezet visje zoals de boter bij de vis behoort te zijn.
Je bewees jezelf door met het produkt mee te koken en de zeeduivel vochtig te houden en over te laten lopen in het bedje van zuurkool omrand door koele en volle crême fraiche en slechts gestopt door mosterd. Het zal mijn gebrek aan woordenschat zijn geweest deze poëtische beleving van samenstelling aan mijn disgenoot heer Visser uit te leggen, aan de wijn waarin het beestje zwom heeft het niet gelegen.
Emotioneel werd ik bij het aangezicht van mijn vrouw in jouw open keuken, verliefd op de chefkok die zijn konijntje aan de haak had geslagen. Uit het konijnengezin weggetrokken, de zuigelingen achtergelaten en deskundig ontdaan van fluffy flaporen en prachtig gevild en daarna één minuutje aangebraden in de volle boter. Ach, je zei het nog, ‘nog even in de oven en gekeken hoe lang’ in antwoord op de vraag hóe lang dan, zoals Sebastiaan Bach ook vindt dat de piano zichzelf speelt. U zij geprezen met bijzondere gaven, maar het zal mijn eenvoudige ziel zijn die het zo ziet.
De ingekookte fond een tikje gezoet nog niet eens meegerekend evenals de witte bonen-truffelpuree en rode kool met vijgen die in een restaurant van naam de kaart had kunnen aanvoeren.
Jammer dat je er niet bij was met de kaas. Het zal de tol van de roem zijn geweest of de spanning van het koken op zulk een hoog nivo. Het siert de man die ook gewoon maar een mens van Vleesch & Bloed is gebleven. Het was uit de kunst hoe wij genoten van een walnoot uit Frankrijk gekraakt op de wals van braakgeluiden die wij van boven hoorden komen. Waarschijnlijk was je druk doende in de homard-naire.
Het dessert ben ik kwijt evenals het betoog dat ik hield, maar dat was ik toen al kwijt. Het betoog hou je van mij tegoed. Ik zal het je vertellen als ik de liefde verklaar aan mijn vrouw zoals jij gisteren de keuken in het algemeen en ons in het bijzonder de liefde verklaarde. "
"Ach, heer bicat, nu we het over eten en drinken hebben. Ik kan u te allen tijde aanraden, maar toch vooral in de herfst, van de ganzenlever te proeven. Zoekt u daarbij een zo eenvoudig mogelijk bewerkte ganzenlever, dus geen paté, niets met geconfijte uien of anderszins toevoegingen.
U wilt ganzenlever proeven die met de hand is schoongemaakt door een oud boerenvrouwtje die hooguit peper, zout en wat cognac toevoegde en daarna op 70 graden in de oven met de deur op een kier de lever zachtjes liet warm worden. Niet smelten, want dan scheidt het vet van de lever en bent u uw produkt kwijt. Nee, u wilt de lever verwarmen zodat lever, peprer, zout en cognac een geheel gaan vormen. Dat wat u wilt proeven is de waarheid en niets anders dan de waarheid.
Slaat u overigens wel in grote hoeveelheden in, niets zo erg als aan het einde te moeten constateren dat u nog wel wat had gelust. Nee, met veel dingen is het zo dat we nèt even meer moeten eten dan ons lief is. Nèt dat decadente punt van overdaad aantikken.
Schenkt u daarbij een Gewürztraminer en bij voorkeur hoe ouder hoe beter en liever nog een Grand Cru dan een gewone. Maar als u dan toch uit wilt pakken dan komt u niet heen om de Tokay Pinot Gris.
"Of die klassieke Suske & Wiske (het was nummer 78 als ik het goed heb): De Kakkende Kakkerlakken, die aflevering waarin Tante Sidonia in haar keuken te maken heeft met een steeds groter wordende populatie kakkerlakken, die voortdurend alles onderschijten, niet in de laatste plaats de biefstuk met friet die Tante speciaal voor Lambik had gebakken, tot grote woede van onze favoriete zeshaarder, die gelijk een spuitbus pakt en erop los begint te spuiten, dit tot groot enthousiasme van zowel Suske als Wiske, die duchtig beginnen mee te spuiten (we hebben het hier duidelijk over de periode waarin Suske en Wiske nog net zo milieubewust waren als George W. Bush die zijn privejet vanuit Kyoto liet terugvliegen naar zijn range in Texas omdat ie z'n favoriete cowboy-hoed was vergeten), maar in de spuitbus van Lambik blijkt een goedje te zitten dat er voor zorgt dat de kakkerlakken de volgende dag het formaat van een jong paard hebben (professor Barabas had een lege spuitbus gebruikt om zijn nieuwe groei-middel te testen en vergeetachtig als hij was, had hij het bij Tanta Sidonia laten liggen, puur uit teleustelling, want ook na gebruik van het groeimiddel had Tante Sidonia de professor uitgelachen toen hij zijn broek naar beneden deed), afijn, nu de kakkerlakken gegroeid zijn, schijten ze nog harder met als gevolg dat tante Sidonia, Lambik, Suske en Wiske hun huis worden uitgescheten, waarna ze Jerommeke erbij halen, wiens enige bijdrage een ENORME scheet is, gelukkig komt professor Barabas eraan met een grote smile op z'n mombakkes en een nog grotere bobbel in de broek die, zo zal even later blijken, amper in staat is de steeds groter wordende penis van Barabas te verhullen met als gevolg dat Tante Sidonia, gek van geilheid, zich op professor Barabas stort die vrijwel onmiddellijk klaarkomt en bovenop een van de reuzekakkerlakken kwakt die dan weer vrijwel onmiddelijk in elkaar krimpt en in het niets oplost, waarna ook Lambik en Suske en Jerommeke hun apparaat bewerken met het groeimiddel, zodat ze de volgende dag, onder de stimulerende leiding van Tante Sidonia en Wiske, de kakkerlakken dood masturberen. Knipoog Wiske. Einde."
"De vergelijking ‘vleesetend’ en ‘vrouw’ is een natte wensdroom. Het is veelbetekende symboliek dat er aan vegetarische mutaties man/vrouw/ hermafrodiet wordt gewerkt door de wetenschappelijke elite. Weten zij soms meer? Staat ons Armageddon te wachten ? De finale segregratie, het schisma van de sexen en de ondergang van hun zondige sexueel verkeer als geheime wapen om de wereldbevolking eindelijk zonder oorlogen te kunnen reguleren ? Reincarneren in een plantaardig bestaan in een potje aarde van robotformaties die miljoenen grijze racks van vruchtdragende en geurige planten produceren onder uiterst secure en berekende condities , zonder vrij zon of maanlicht, zonder zicht of gehoor, zonder tastzin, zonder geluid van wind en zee." Zelfbeschouwing
"Een man van middelbare leeftijd, beet je te dik, beetje te morsig. Baardje of sik wellicht. En witte schilfertjes sieren zijn gelaat. Hij rookt en hij drinkt, maar in tegenstelling tot wat hij ons graag wil doen geloven, niet teveel. Hij is een ambtenaar, schaaltje 9. verder een liefhebbende vader die zijn frustratie over het uitblijvende en waarschijnlijk nooit meer komende grootse leven heeft verruild voor een soort van komisch cynisme. Hij neemt het niemand kwalijk behalve misschien soms zichzelf, maar dan alleen na een Westmalle Tripel te veel. Hartstochtelijk supporter van NAC of een andere club ten zuiden van de grote rivieren, want dat hij een Brabander is moet haast wel. Zo stel ik mij Kiers voor, maar wellicht is het wel gewoon die homofiele Indo die bij Serudang de lege borden ophaalt..who knows.."
"Het is vast een meteroloog, een weermenneke met een gesmoorde sexualiteit, eentje met een enorm taboe. Een vrijgezelle biologieleraar met verlatingsangst kan ook. Zo'n eenzaam type die nog steeds bij zijn moeder woont en al jaren lesgeeft in het basisonderwijs. Zo'n anonieme 13 inhetdozijnman die spaarzaam leeft, de piepers schilt en de afwas doet, zo eentje die op de middagwandeling met het hondje van moeders vanachter de krant bij een speeltuin of in het park naar stoeiende of voetballende jochies kijkt en de pijn verzwijgt. Een masochist die het taboe koestert.
"Ach ja, leuk, schrijvers. |